Pagina's

zondag 1 april 2012

Groot Smoezenboek




Het manuscript is voorlopig nog een stapeling van brokken tekst verspreid over schriftjes en schrijfblokken van de Action, de zaak der zaken waar ik nooit met mijn Zeer Oud Geworden Moeder heen gegaan ben en dat is maar goed ook. Want het Mens zou mij op dertig taartschoteltjes getrakteerd hebben, niet omdat ik ze nodig heb maar omdat ze bij de Action zo goedkoop zijn … “Maar dan bewaar je er toch twintig voor mijn kleindochter, voor later als ze op zichzelf gaat wonen?” “Eh, nee Ma. Dat gaat ze niet doen, ik mag graag iemand in huis hebben die mijn werk uittypt.”
“Wat is dit nou weer voor onzin?” denk ik als ik een willekeurig schrift doorblader. “Heb ik dat echt helemaal zelf geschreven?” …
“Hoe gaat het met je manuscript?” vraagt de Facebook-vriend, die ik in godsnaam maar toegevoegd heb omdat er anders maar gezeur van komt. “O goed, je moest nog de groeten hebben.”
“Wanneer kom er weer een boek van je uit?” “Ik wacht wel tot jij dood bent, dus gauw hoop ik.”
Nu hij er al zo lang niet meer is, kan ik zijn naam – Jos Knipscheer – zonder al te veel gêne toevoegen aan mijn Persoonlijk Groot Smoezenboek voor De Schrijver op Zekere Leeftijd, die 's avonds niet voortzwoegt aan zijn meesterwerk maar naar Pauw & Witteman kijkt, denkende 'Waarom zit ik eigenlijk naar dit gezeik te kijken, over meningen die vanwege standpunten en opvattingen opiniërend moeten werken?' … Waarom zou ik voort maken met dat godvergeten manuscript? Ik heb er vanmorgen koffie overheen gemorst en nu ligt het op de verwarming te drogen en men moet veel, zo niet alles over hebben voor de letteren, maar met dit mooie weer ga ik toch echt niet de thermostaat hoger zetten. En trouwens, Jos Knipscheer is en blijft natuurlijk mijn uitgever-redacteur. Jos Knipscheer die zijn podium/uitgeverij 'In de Knipscheer' gereserveerd hield voor auteurs die kwaliteit afleveren, die desondanks niet profiteren van het nepotisme dat in Literair Nederland opgeld doet. Die een niveau bereiken, ver boven dat van de Kluun-Koch-Palmen-Rotzooi. Auteurs die met een enkele volzin (inclusief eventuele stilistische en grammaticale blunders) het oeverloze gekrabbel en gebabbel van de honderd jaar na zijn dood eindelijk begraven Harry Mulisch volstrekt overbodig weten te maken … Jos Knipscheer neemt sinds februari 1997 overal alle tijd voor en dan zou ik mij moeten haasten … ?

Geen opmerkingen: