Pagina's

woensdag 30 juni 2010

Chagrijn



En als de zomer verslapt, zoals het Nederlands Elftal op het WK doordat Yolanthe – wie de fok is dat? – de veters van Wesley niet goed gestrikt heeft, als Mijn Lief lijdt aan pijnen die slechts te bestrijden zijn met verdovende middelen die eigenlijk bestemd zijn om galopperende olifanten, in opperste bronst geraakt door de lief lachende Marianne Thieme, in een fractie van een seconde tot stilstand te brengen en als een blik op de kalender leert dat het nog 94 dagen, zijnde 13 weken en 3 dagen duurt voordat er op Schiphol afscheid genomen mag worden van dit land dat het met een Ajax zonder Luis Suarez zal moeten doen, dan steekt het chagrijn de kop op. En dan is daar ook nog Dagblad Trouw (met die prachtige serie De Tien Geboden, gewoon op internet lezen en niet kopen dat k.u.t – blad) die besloten heeft dat men niet met mij gaat samenwerken omdat er geen plek is voor mijn reisverslagen, dan dreigt het chagrijn verkering te krijgen met de moordlust.
Maar gelukkig is daar nog het resultaat van de opvoeding met de vaderlijke broekriem die mij inspireert tot het schrijven van het bericht 'Niettemin hartelijk dank voor de door u genomen moeite'. Zoals men de waardigheid ook dient te behouden als er slechte recensies verschijnen. Daar dient men boven te staan, tenzij men de recensent – geen ME in de buurt – 's nachts in de stad tegenkomt. Dan mag er geslagen worden en door diezelfde opvoeding heeft ook het inzicht mogen beklijven dat men nooit half werk mag afleveren, dat verdient het slachtoffer niet. En trouwens, slaan hoeft men lang niet altijd zelf. Men kan ook een junkie aanspreken en die een beloning van € 50 in het vooruitzicht stellen als hij bereid is het slaan voor zijn rekening te nemen. Het is dan slim om een bankbiljet van de genoemde waarde door tweeën te scheuren en één helft vooruit te betalen en met een beetje geluk ziet zo'n junk in het nachtelijk duister niet eens dat het om monopolygeld gaat. – “Prominent Literatuurkenner Jan met de Korte Achternaam gemolesteerd. PVV weigert motie mede te ondertekenen waarin staat van beleg wordt geëist. Literatuur, dat is maar een linkse hobby.” – Maar van het chagrijn moet een mens verlost worden, te meer daar men een dochter heeft wier 15e verjaardag tot vreugde verplicht. Laat ons met Little Richard meezingen.

dinsdag 29 juni 2010

1 uur 's nachts - de A28

Compositie (1963) - Henk Mual

Het is 1 uur 's nachts. Drie volwassen mannen zijn in de auto onderweg van Groningen via Zeist naar Rotterdam. Ze maken een tussenstop bij een tankstation en ééntje gaat er sigaretten kopen, een blikje red bull voor de chauffeur, die zonder doping het gevecht tegen de slaap kansloos zou verliezen en een kopje koffie. € 1,20 kost de koffie, meent hij te lezen. Hij werpt het geld in, nadat hij de daartoe bestemde sleuf na enig zoeken langs geheel de wand en een stukje plafond eindelijk binnen handbereik gevonden heeft en hij drukt op het knopje, rechts naast het bordje met 'koffie verkeerd'. Er gebeurt niets, hij drukt andermaal zonder het beoogde effect te sorteren. Hij roept naar de man achter de kassa, maar die zit niet alleen achter die kist met geld maar ook achter een wand van gepantserd, niet alleen kogel- maar ook geluidwerend glas. Het is 1 uur 's nachts, hij is moe en onder die omstandigheden is het alleszins geoorloofd om voor deze ene keer eens hartgrondig te vloeken. Hij ziet ze voor zich, 'het Noord-Afrikaanse Tuig' dat het niet alleen op Hollandse maagden, op de kinderbijslag en op de goedkopere huurwoningen heeft voorzien, maar ook – heeft hij dat weer? – op medewerkers van de tankstations in het land dat zich door de PVV zal moeten laten redden. Hij ziet opeens dat voornoemd tarief van € 1,20 alleen voor de gewone koffie geldt en dat hij voor een scheut melk € 0,30 extra zal moeten inwerpen. Dat heeft hij niet gepast en hij werpt een munt van 50 eurocent in, om daarna alsnog te vloeken. Niet tegen de prematuur geïntimideerde man achter glas, maar tegen de firma Douwe Egberts, eigenaar van de koffieautomaat die weigert hem die 20 te veel ingeworpen eurocent terug te geven.
Het loopt tegen half twee 's nachts en de drie volwassen mannen vragen zich af of ze dat dertig, veertig jaar geleden zo – willens en wetens, beschikkend over gezond verstand – bedacht hebben: om half twee 's nachts langs de A28 met koffie, een blikje red bull-gif en al net zo smerige sigaretten tegen de auto leunen en dromen van een risicoloos bestaan als stratenmaker of loodgieter.
“Godallejezus, waar zijn we aan begonnen?” vraagt die ene zich af die zich zojuist had overgegeven aan verheffende gedachten over het buitenproportioneel grote aandeel van bepaalde bevolkingsgroepen in de 'hand over hand toenemende' criminaliteit in het land dat niet alleen Erasmus, Spinoza, Van Gogh en Gerard Reve heeft voortgebracht maar ook de buurman die zich bij de parlementsverkiezingen liet leiden door de gedachte dat 'ze' een lesje moesten leren, 'hun in Den Haag'.
“Wat zeik je nou, man?”
“Ik ben moe.”
“Wat zeik je nou, man? Jij gaat in oktober fijn naar Maluku, daar kun je lekker uitrusten, mafkees.”
“Ja, dat is ook zo. Maar daarmee heb ik die 20 hele eurocenten nog niet terug.”
Maar voor ze Zeist bereiken hebben ze hun zegeningen alweer geteld. Ze hebben de eigenaars van Galerie 10 bij 10 in Nieuwolda bereid gevonden werken van Molukse beeldende kunstenaars te exposeren – “Je hebt ook goede Hollanders, hoor.” – , ze hebben de oudste nog in leven zijnde Molukse beeldende kunstenaar, Henk Mual te Groningen, zover gekregen dat ook hij meedoet aan het project 'The Mind is wider than the Sky'.
Op zoek naar podia voor Molukse beeldende kunstenaars die werk produceren met een universele zeggingskracht moet men glazen wanden wel eens voor lief nemen.

Naar Nieuwolda

'Zelfportret'- Pieter Latul

Galerie 10 bij 10 in Nieuwolda, daar gaan we vandaag heen met het productieteam van BTHECITY, want BTHECITY spant zich in het project 'The Mind is wider than the Sky' te realiseren, waaraan zich gecommitteerd hebben een aantal kunstenaars van wie gezegd kan worden dat zij over uitzonderlijke artistieke talenten beschikken en dat zij die talenten aanwenden om kunstwerken te creëren die niet alleen een zo te noemen Molukse achterban aanspreken, maar die een tijdloze, universele zeggingskracht hebben. Zoals Mozart ook bij de Javaanse gamelanmuzikant tot de verbeelding spreekt, zoals Vincent van Gogh prenten heeft vervaardigd waarbij hij zich door het werk van Katsushika Hokusai liet inspireren.
Eén van die Beeldende Kunstenaars is Pieter Latul. In het kader van het project laat hij optekenen “Docenten aan de Rietveldacademie hadden zo hun eigen ideeën over mij en mijn werk. Henk Vroon noemde mijn werk “mystiek”, en verbond dat met mijn Molukse achtergrond en begon over relaties met het Avondland en symbolistische schilders. Dat ergerde me, een etnisch stempel opgedrukt te krijgen en de kant van het symbolisme trok me helemaal niet. Wat mij interesseerde, was portretten schilderen. Ik pakte dat op in de laatste twee jaar op de Rietveld, vooral geïnspireerd door Giacometti.”

maandag 28 juni 2010

Voetbal ...



Gelukkig heb ik totaal geen verstand van voetbal, dus mag ik mij met een gerust hart bezondigen aan het koesteren van de gedachte dat het allemaal niet veel voorstelt wat het Nederlands Elftal op het WK in Zuid-Afrika laat zien en dat Ronaldinho met een slok op (of Romario achter een rollator) beter zou hebben gepresteerd dan Robinho en Kaka deden tegen Chili. Het Nederlands Elftal … op een dag als vandaag lees ik niet alleen de sportbijlage van de Volkskrant, maar ook die van Spits en Metro, want onderweg van Mijn Lief in Nijmegen naar huis kom ik belemmeringen tegen zoals kaartjesautomaten die mijn bankpas 'ongeldig' verklaren, kom ik lange rijen tegen voor het koffieapparaat van de AH To Go en rijdt die ene intercitytrein die ook in Driebergen-Zeist stopt natuurlijk net weg als ik het perron op loop … Alle tijd om te lezen hoe netjes Yolanthe – Wie de fok is dat? – iedere morgen de sokken van haar Wesley na het bidden van de rozenkrans strijkt. Alleen al de naam 'Wesley' roept aversie bij mij op. Veelal zijn het mensen die hun eigen naam ternauwernood kunnen spellen die hun kroost opzadelen met on-namen zoals Desley, Kimberley of Joey. In geheel het voorgeslacht van turfstekers en lopende band-arbeiders geen opa of overgrootvader te bekennen die naar dergelijke namen luistert, in geheel dat voorgeslacht overigens ook niemand te bekennen die had kunnen vermoeden dat het parvenu-nageslacht ooit de kinderen zou beledigen met namen als Sanne, Lotte of nog veel erger: Dieudonné … Dan hebben we het over de nazaten van mijnwerkers die met Voormalig Links (lees: PvdA) de lange mars hebben afgelegd door de instituties om uiteindelijk bij comfortabele baantjes uit te komen. Men ziet dat genre medebugers veelal samenklonteren op zogeheten buurtbarbecues, waar het tot 'wederzijds respect' schijnt te moeten komen, tot verbroedering tussen de genoemde nouveau riche-proleten en de 'allochtone' Medemens (die uiteraard na afloop van de barbecue als 'kut-Marokkaan' de afwas mag doen) … Maar nergens lees ik in al die kranten dat het verblijf van Nederland in Zuid-Afrika eigenlijk volstrekt overbodig is, want kampioen zijn 'we' al. (En worden 'we' het niet, dan komt dat door het Vuvezela-kabaal). Dat ziet men ook aan de manier waarop Mark van Bommel tegen Slowakije op het irritante af er een heuse baan van maakt alle ballen bij de tegenstander in te leveren. Ik ben te tolerant en 'invoelend' om Nederlanders een neiging tot zelfoverschatting toe te dichten, maar soms heeft men de schijn behoorlijk tegen.

zondag 27 juni 2010

Zondagochtend



De dagelijkse kleine vreugde om de eerste kop koffie wordt aanvankelijk verhoogd door Meisje B die al op blijkt en die goedgemutst (“Een ochtendhumeur is voor sukkels, Pap.”) een ontbijt nuttigt bij de door mij nog steeds niet te doorgronden klanken van muziekzender TMF. Maar dan is daar het moment dat het oude filterzakje uit het koffieapparaat moet en ik in de pedaalemmer de dubbel-dvd zie liggen die Joch B, nadat we de reis naar Maluku geboekt hadden, van het reisbureau cadeau heeft gekregen (samen overigens met een brochure van het Indonesische Ministerie voor Toerisme die in een Nederlands is vertaald, zo erbarmelijk dat alleen de PVV-aanhang ervan onder de indruk zou geraken … “Talrijke interessante plaatsen van grote natuurlijke schoonheid, ter land en ter zee wachten om ontdekt en onderzocht te wordem (sic). Talrijke en een grote verscheidenheid van opwindende aktiviteiten wachten om uitgevoerd te worden.”) Vloeken mocht ik vroeger nooit en dat mag ik nog steeds niet, maar ik zou geen benen meer overhouden als ik die zou breken iedere keer dat ik het verbod per ongeluk vergeten ben. “Godallejezus, B … we hebben het hier wel over eeuwenoude cultuurfenomenen zoals het Wayangtheaterspel en de Angklungmuziek … Alsof de vrijheid van Ambon millimeters dichterbij komt als men maar met gevaar voor eigen leven, onverzettelijk het Immer Wapperende Vaandel van de Republiek verdedigend, uitingen van Javaanse beschaving op de vuilnishoop deponeert.” Politieke idealen, ik zie daar wel wat in maar ze hoeven niet ten koste van mijn zondagochtend-humeur te gaan.

zaterdag 26 juni 2010

Historische Fruitschaal


Vrede sluiten met een wereld die niet weten wil van de lange weg die zijn grootouders hebben afgelegd, daar is B nog helemaal niet aan toe. In september 1991 begon B aan dit leven, maar nieuw is het bestaan voor hem nooit geweest. Uit een vorige editie van de eeuwigheid nam hij beelden mee die hij - tot grote schrik van zijn Juffie - op 4-jarige leeftijd met kleurpotloden aan het papier toevertrouwde. "B, wat heb je nu toch getekend?" sprak Juffie die hem in hart en armen had gesloten vanaf het allereerste moment dat het kind haar een onderdompeling gegund had in de onpeilbare diepten van zijn oogopslag. "O, gewoon. Dat zijn doden in een kuil, Juf. Dat zag mijn opa allemaal in de oorlog."
En wij, zijn ouders, wij namen B mee naar de Efteling, naar het strand, naar de speeltuin en naar de videotheek waar we zoveel mogelijk banden leenden van Tom en Jerry, Donald Duck. "Ga fijn spelen, ga feest vieren. Blijf weg van de oorlog, van de slagvelden jochie. Laat de oorlog aan je vader over." Maar het vuur bleek niet te doven. Een goed gesprek over Ajax, over de stelling van Pythagoras of over de evolutietheorie leidde zijnerzijds onvermijdelijk tot de conclusie dat 'alle' Hollanders dood mochten. "Alle Hollanders? Dat zijn er nogal wat. Heb je daar wel tijd voor? Je hebt vanavond tekenles. Ach, weet je ... als je de buurman maar met rust laat. Die is vandaag jarig en je moeder en ik hebben wel zin in een feestje." In afwachting van het vertrek naar Porto-Saparua heeft B zijn kindertekeningen voor het eerst sinds jaren weer tevoorschijn gehaald. Want tekenen zal hij en de reis naar het land van de Voorouders zal hem beelden opleveren die hem niet langer tot razernij brengen. De tekenpotloden breken niet meer onder de vernietigende kracht van de woede. Het papier zal eindelijk maagdelijk zijn.

vrijdag 25 juni 2010

Zomerdag



Op een zomerse dag als vandaag sluipt het ongeduld binnen. Nog 3 maanden en een week, nog 99 dagen voordat we op Schiphol staan om naar Porto-Saparua te vertrekken. En zou ze bij het uitzwaaien gaan huilen, mijn Prinses? Ze zal haar broer, mijn jongste zoon B ('B is van Broer, Beest, Beschermer') stevig omarmen. "Bé, je komt toch echt wel terug hè? Je laat me toch niet voorgoed achter?" "Natuurlijk niet, klein zusje," zal B dan zeggen. "Natuurlijk kom ik terug, maar denk je er wel om ... " Op dat moment zal ik moeten ingrijpen want B zal zijn zusje op het hart drukken dat het kwetsbare kindje, met de bajonetvormige nagels en met die tong waarmee ze dagelijks de tanden scheert, tijdens zijn afwezigheid ver uit de buurt moet blijven van het 'Noord-Afrikaanse Tuig' dat haar voor 'hoer' uitscheldt als zij niet gediend blijkt van de avances. Dan vlammen die ogen op en ziet de Jonge Krijger voor zich hoe hij de Nederlandse zorgverzekeraars op hoge kosten jaagt door het Jan Hagel uit het Rifgebergte tot een leven in rolstoelen te veroordelen. "Want ik kom met het eerste de beste vliegtuig terug, hoor meisje. En jij moet dan die koppen van ze onthouden, dan wijs je ze aan en dan maak ik ze af. Hoor je me? Ik maak ze af."
"Geweldig, Bé," zeg ik dan. "Ben je je paspoort niet vergeten? En ga trouwens je moeder eens even een paar kussen geven." Waarschijnlijker is het dat het die twee andere Grote Broers zullen zijn die tussenbeide komen. De oudste B, van 'Bovenbaas', van 'Blok Beton' en van 'Belachelijk waar jij je druk om maakt. Rot op naar je eiland, mafkees. Ha ha ha' De tweede J, van 'Ja hoor, tuurlijk. Weet je wat? Ik blijf wel alle dagen bij de kleine meid en als we over straat gaan en we komen een paar van die debielen tegen dan hoop ik dat ze klein zusje beledigen. Dan heb ik een lolletje en jij lekker niet.' En als ik me dan omdraai om nog één keer te zwaaien dan zal ik de geruite sarong van mijn arme moeder uit mijn kinderjaren herkennen die de oude vrouw om de schouders van haar Stoere Kleindochter heeft gedrapeerd.

donderdag 24 juni 2010

Paspoort

-->
Het eindexamen HBS was een zware opgave, maar het lukte dat te halen. Zeer waarschijnlijk overigens dankzij de goede contacten die mijn arme ouders toentertijd met de Schepper van het Heelal onderhielden. Ik was een trage leerling en die traagheid gold niet alleen mijn schoolse leerprestaties, maar meer in het bijzonder word ik door die traagheid gehinderd bij het aanleren van zoiets elementairs als 'mildheid'. Die mildheid, die mij na ruim 56 jaar in dit Prachtland inmiddels ten deel zou moeten zijn gevallen, is mij nog steeds vreemd als ik het onlangs aangevraagde paspoort opensla en die tekst van weleer mis “Wordt als Nederlander behandeld op grond van de wet van 9 september 1976, houdende regelen omtrent de positie van in Nederland wonende Molukkers die niet het Nederlanderschap bezitten”. Het Nederlanderschap schijnt een bezit te zijn, waarmee men, eenmaal over de kostbaarheid beschikkend, allerlei aardige dingen kan doen, zoals stemmen op politieke partijen die het allerbeste met de Mensheid voor hebben, meer bepaald met het Hoogblonde deel van de bevolking. En dat doet inderdaad een veeltal van mijn landgenoten, want de Moslim moet immers over de kling gejaagd. (Die minderheid van katholieken onder ons in de jaren 50 verpletteren wilde niet echt lukken, waarschijnlijk omdat één van hen – Sergeant Leo 'Ik ben maar een Timorees' Wutun – er één van Raymond Westerling was en als zodanig een onaantastbaar icoon). Zo bezien is een hekel hebben aan Hollanders een tamelijk overbodig sentiment, men kan de dagen vullen met ergernis koesteren jegens hen met wie men dacht vreugdevol de afkomst te delen. “Heb jij nou ook een Nederlands paspoort?” “Ja, ik heb een Nederlands paspoort, maar … godallejezus, laat ook maar.” Zo lang die aantekening in mijn paspoort stond was ik gehouden voor een retourtje Parijs een visum aan te vragen bij het Franse consulaat in Amsterdam, hetgeen de relatie met mijn toenmalige vrouw bijzonder verinnigde. “Wilt u een nummertje trekken, alstublieft meneer?” vroeg de madame achter de balie. Française als ze was, wierp ze de klemtoon niet op de eerste lettergreep van dat 'nummertje', maar benadrukte zij het 'trekken'. “Nou, dat wil ik wel hoor schat,” sprak mijn geliefde. Eens te meer bleek Parijs en De Liefde een goed gekozen combinatie. Maar het is niet Parijs waar ik het paspoort voor nodig heb, maar Porto op het voorouderlijk eiland Saparua. En dan leg ik mij maar neer bij de 'wetten' en de 'praktische bezwaren' van Willem Elsschot.