Pagina's

vrijdag 17 september 2010

Labyrint


Dorpsjongen uit Porto-Saparua

Hij heeft dezelfde oogopslag als mijn vader, zijn grootvader. Dat ontdekte ik op een willekeurige zomerse middag toen Zoon J mij in de keuken omstandig stond uit te leggen waar het heen zou gaan met de Mensheid (IJs en weder dienende, AFC Ajax moest dan wel kampioen worden en op school moesten ze niet zo zeiken). Waarschijnlijk delen de heren ook die kenmerkende laconieke grijns met een enkele opgetrokken mondhoek, maar dat laatste weet ik niet meer zo zeker, want veel te grijnzen had de man aan het einde van zijn korte leven niet meer … “Wie ben jij nou weer?” sprak mijn Zeer, Zeer Oude Moeder om de vijf minuten toen Zoon J op haar 85-ste verjaardag acte de présence gaf. Dan staarde ze haar kleinzoon aan om vervolgens hautain het hoofd af te wenden … Waarschijnlijk was mijn Zeer, Zeer Oude Moeder op dat moment weer het jonge meisje in de KNIL-kazerne, dat niet zonder slag of stoot wenste te zwichten voor die dorpsjongen uit Porto – Saparua met zijn branie, zijn drank-, zijn gok- en zijn vechtlust. Ongetwijfeld zullen de avances van de dorpsjongen onderwerp van bespreking zijn geweest tijdens de dagelijkse bijeenkomst van het Politbureau Stoere Meiden van de Tangsi … “Ha ha, dat drinken en gokken zal hij zelf moeten afleren. En dat vechten? Ja, luister eens hier meid, het blijven wel soldaten hè … dus daar moet je niet over zaniken. En trouwens, als hij begint te slaan, weet je wat je dan doen moet? Kom eens, kom eens even hier staan … probeer me nou eens te slaan, dat probeerde die biedjie klot, die binatang van mij ook … ” Voordat mijn Zeer Zeer Oude Moeder op haar 87-ste overleed was ik haar al kwijt, was ze al verdwaald in een labyrint van over elkaar heen tuimelende beelden, waarvan er soms eentje voor haar ogen bleef zweven. Dan lachte zij of ze moest huilen als ze iets terugzag dat ze al die jaren voor haar kinderen verborgen had willen houden.

Geen opmerkingen: