Pagina's

maandag 20 september 2010

Uit het schrijversleven


Makelaars in Geweldige Literatuur


De organisatie van Pasar Buku kon het door mij verlangde gangbare tarief van Stichting Schrijvers, School, Samenleving niet betalen en besloot daardoor haar uitnodiging aan mij om zaterdag 25 september acte de présence te geven in te trekken. Die eer gunde ik de organisatie want namens haar werd ik benaderd door een dame die van beleefdheden en correcte opstelling weet had … Dat was wel anders toen ik eens gevraagd werd door een Haagse boekhandel (“Het begint met een V en het eindigt op an Stockum.”) om 'gezellig' aan te schuiven achter hun kraam op de Haagse Pasar Malam Besar. De 'dame' die mij per brief uitnodigde haalde het in haar ongeletterde hoofd te suggeren dat het voor mij een hele eer was om deel uit te maken van een gezelschap waartoe ook Aa, Bé en zelfs Cé zouden behoren, om maar te zwijgen van Pé, Q- uu en Er. Allen Schriftgeleerden die hun sporen hebben verdiend in de Indisch/Molukse Literatuur (Wat is dat trouwens voor exotische literatuur? Geschreven met uit kruidnagelhout gesneden potloden op de bast van de sagopalm en met bamboe-sjablonen op bananenblad gestempeld?) Mevrouwtje kon mij geen financiële vergoeding in het vooruitzicht stellen en dat leek mevrouw trouwens ook ongepast want er werd op deze manier toch zeker gratis reclame voor mijn werk gemaakt … ? Ik was toen nog maar een dartele veertiger die niet van brutaliteiten (andere dan die van hemzelf) hield en ik schreef mevrouw terug dat ik – gezien haar ongemanierdheid – de indruk had dat zij geen seksleven zou kunnen/mogen/willen hebben en dat ze zodoende door de jaren heen een aardig bedrag bijeen gespaard zou kunnen hebben, aangezien zij nooit condooms of abortuskosten heeft hoeven te betalen. Of mevrouw mij dat geld als honorarium zou willen uitkeren. Op die brief heb ik nooit antwoord gekregen, terwijl er toch echt 'hoogachtend' onder stond of misschien wel 'met de hoogst mogelijke uit alle hoeken en gaten geschraapte achting, mevrouwtje Ka Uw Thee-tje'. Inmiddels ben ik kandidaat-zestiger en de scherpste, meest gure kanten van mijn temperament heb ik veilig kunnen delegeren aan het nageslacht, hoewel ik mij sinds het overlijden van mijn moeder wel degelijk realiseer dat er eigenlijk niemand meer op de wereld is die zich willens en wetens, beschikkend over een voor mij wel bijzonder profijtelijke cocktail van moederinstinct en gezond verstand, tussen mij en God wringt als het weer eens tot een handgemeen tussen ons dreigt te komen … dus ook niemand over wier tranen ik kan uitglijden (“Maar jongen, zo heb ik je toch niet opgevoed? Nee Mam, heeft u wat eten in de koelkast?” “O ja, natuurlijk. Zal ik het voor je opwarmen? Ga zitten, ga zitten.”) als ik op een onbewaakt moment de pen laat uitschieten en er opeens iets op papier staat dat 'niet zo aardig overkomt'.

Geen opmerkingen: