Pagina's

dinsdag 7 september 2010

Waarom? Waarom niet ...



De film 'Dakloze Herinneringen' hoeft alleen nog maar gedraaid te worden … er zal worden vastgelegd hoe de schrijver Frans L te Z uit de koffer met de naam, de militaire rang en het legernummer van zijn vader oude papieren en foto's tevoorschijn haalt … “Dat stamboek van mijn vader,” zegt de schrijver, “Dat kan mijn broer toch scannen en naar mij mailen, dan druk ik het bij mij thuis af en desnoods maakt ik het Nieuw Echt in Photoshop. Dat ziet geen hond.” “Het is ook niet de bedoeling dat er honden naar de film kijken,” zeggen de filmmakers … De schrijver is ijdel genoeg om zich op de film te verheugen en hij neemt zich voor om in bijzijn van de camera uitspraken te doen die hem de Nobelprijs voor de Literatuur en waarom dan ook niet voor de Vrede zullen opleveren, tegelijkertijd denkt hij met afgrijzen aan het televisieprogramma dat hij ooit met muzikant/schrijver Ernst Jansz gemaakt heeft. Opnamen van dat programma zijn bewaard gebleven en uitgever Franc Knipscheer heeft er plezier in met een zekere regelmaat die opnamen voor publiek te tonen. Men ziet een hoogst aimabele Ernst Jansz tegenover een welhaast chagrijnige Frans L die zich achteraf ergert aan zijn eigen slecht bijgeknipte snor, aan zijn gefronste wenkbrauwen en aan het staccato van zijn stem … “O ja, bedenk ook even wie jij voor de camera wilt vertellen waarom je voor het eerst van je leven naar Maluku gaat en bel me op zodra je dat weet.” “Doe ik,” zegt de schrijver. Maar hij denkt ook “Krijg toch de tering met je kolere-film … Vertellen? Waarom ik? Naar Maluku? Ga? Voor de Camera? Voor de? Godvergeten? Camera?” … Waarom de schrijver gaat? Men heeft daar geen eenduidig antwoord op. Waarom de schrijver pas nu gaat, nu hij al bijna 57 is, nu hij, staande op een legerkist van zijn vader, het pensioenschip aan de horizon kan waarnemen (“Pensioen? Zei je dat echt: 'pensioen'? Die paar centen per jaar die je overhoudt aan dat baantje op de universiteit waar je werd weggestuurd omdat je net iets te vaak in de armen van de kater in bed bleef liggen terwijl de plicht luidkeels om je riep?”) … dat blijft allemaal nog in het ongewisse … Wel is gaandeweg duidelijk geworden waarom men niet wilde/kon/durfde te gaan … men ging niet omdat men het recht daartoe verspeeld meende te hebben … Men had de vader terug naar huis, naar Porto op Saparua moeten brengen. “Zo, ben je daar? En waar is je vader? Waarom heb je je vader niet meegebracht? O, die is dood? Die is gestorven in het ziekenhuis van Lorrig Leerdam? Aan heimwee, aan wrok? En jij dan? Had je die man niet kunnen troosten?”

Geen opmerkingen: