Pagina's

vrijdag 27 augustus 2010

Bangkinang

Monument Vrouwenkamp Bangkinang

“Toe maar, stil maar,” zouden de ouders zeggen. “Hier in Holland had men het zwaar. Men leed honger en afgrijselijke kou en al die Joden die werden weggehaald om gedood te worden.” Dat verklaart het schunnige doorkletsen van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden in aanwezigheid van de NOS-camera's tijdens de herdenkingsplechtigheden op 15 augustus bij het Indisch Oorlogsmonument in Den Haag … En dan krijgt men een vriendin aan de telefoon die er onlangs geweest is, in Bangkinang – Centraal Sumatra, zo'n plek waar de Japanners gedood, gemarteld hebben. Vriendin was in gezelschap van een Nederlandse man, zo één die het fatsoen kent maar in wiens bijzijn Vriendin toch haar tranen niet de vrije loop durfde te laten … Vriendin voelde op die desolate plek de handen van de doden, een ervaring die men niet zomaar delen kan. Niet eens met beschaafde Hollandse mensen … “Hartelijk dank, Majesteit,” denkt men dan. “Blijft u voortaan maar weg bij onze herdenkingen. Wij hebben zo onze eigen Prinsessen en Koninginnen, die waardig overeind bleven. Die ondanks de klappen het Koninklijke aan het nageslacht hebben trachten over te dragen.”

Geen opmerkingen: