Pagina's

donderdag 12 augustus 2010

Leerdam 2009


Leerdam 1960-'61

“Was dit het nou … ? Hoe vaak ben ik over deze drempel gekomen en van al die duizenden keren, hoe vaak nam ik mij voor – zo jong nog, zo godvergeten jong nog – nooit meer terug te keren … ? Nooit meer deze huizen, deze straten, deze weilanden … en dan die kerk, waar iedereen kwam, behalve God. Nooit meer die lange weg dit godvergeten dorp uit, die weg die aanvankelijk onverbiddelijk eindigde bij de blinde muren van het ouderlijk gezag … en die muren die veranderden in het prikkeldraad van ouderlijk verdriet, in een modderpoel van moederlijke tranen, in een tunnelstelsel waar mijn voetstappen de klanken van mijn vaders marcherende laarzen nabootsten. Op weg naar het Licht, waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde. Hij trouwens ook niet, mijn arme vader. Had hij de weg naar het licht geweten dan had hij wel werk gemaakt van zijn zang- en schrijftalenten.” Maar die overdenking bij een allerlaatste bezoek aan het leeggehaalde ouderlijk huis besloot hij zichzelf te besparen. “Laat de anderen dat maar doen … laat de anderen maar de koffers, de kisten, de dozen en de herinneringen aan al die vormen van vergeefsheid het huis uit dragen. En terwijl zij het werk doen, blijf ik aan het raam staan en dan zie ik vanzelf wel wat voor beelden er in de verte opdoemen.”

Geen opmerkingen: