Pagina's

woensdag 18 augustus 2010

Puputan - de tekenfilm

De dame van het reisbureau komt van Bali en mevrouw had er – voordat er zaken werd gedaan – alle plezier in te verhalen over de Puputan, de Strijd tot het Einde aan het begin van de twintigste eeuw, waarbij Balinese vorsten het met hun getrouwen, bewapend slechts met krissen en bamboesperen, opnamen tegen het Nederlandse koloniale leger dat over karabijnen en nog zwaarder geschut beschikte … “Ha ha, dengan sendirinja – natuurlijk wonnen die Hollanders … komisch, vindt u niet?” Men vond het inderdaad komisch, niet zozeer omdat men zich kon voorstellen wat voor teken/animatiefilms er over het onderwerp gemaakt zouden kunnen worden met veel 'kaboem' en 'poing' en met teksten zoals 'We hadden ze flink te grazen, die inlandse schavuiten', maar men zag vooral de humor doordat men er ooit in alle ernst een heuse theatervoorstelling, 'Puputan – Val van Bali', over had willen maken. Daarbij werd bij het bedenken van de voorstelling vooral de nadruk gelegd op de onverzettelijkheid van de Balinese vorsten. Bedachte personages beeldden uit dat het het verkieselijker is staande te sterven dan kruipend te leven, dat de menselijke waardigheid boven alles ging … De voorstelling lukte slechts ten dele doordat de makers er niet in slaagden alles uit te drukken wat zij te zeggen hadden … Niet alleen de waardigheid van Bali stond op het spel, ook de waardigheid van de verpauperde Hollandse boerenzoon die anno 1906 geen ander ontsnappen uit de doolhof van honger, van armoede zag dan die brede weg naar het koloniale leger. Die uit bekommernis om zijn moeder in Zeeland, Brabant of Drenthe meedeed aan het leegplunderen van 'Ons Indië' … Het was de makers van het theaterstuk er vooral ook om te doen een weg te vinden naar Verzoening, maar dat streven leverde vragen op die vooralsnog moeilijk waren te beantwoorden … Welke partijen dienden met elkaar verzoend te worden? 'De' Hollander met 'de' gekoloniseerde? De genoemden met de eigen geschiedenis? De makers met hun nobele streven? “Ach ja, die vervloekte oorlog,” zou collega Alfred Birney zeggen … en dan is het goed om op een gewone dinsdag in augustus een sympathieke dame tegen te komen die oog blijft houden voor het hilarische.

Geen opmerkingen: