Pagina's

dinsdag 31 augustus 2010

Nusa Laut



Mevrouw Geliefde zal na een paar dagen Bali ook naar Maluku komen ... Na het ongeluk met de bagagespin, dat Mevrouw een behoorlijk percentage zichtverlies aan het rechteroog kost, kan Mevrouw Geliefde wel een prettig vooruitzicht gebruiken ... Mevrouw verheugt zich nu al op een bezoek aan Nusa Laut ... daar is Tony M neergestreken ... "Mooie man," zei Mevrouw toen Mevrouw diens foto zag ... en zo valt er altijd wel een reden te bedenken om naar Maluku te gaan.

Gulle Gever

Geld - 'De arme is de lul en de rijke is de held met'

De ondergang van de beschaving is vooralsnog weer een paar maanden uitgesteld, want de makers van de Prachtfilm 'Dakloze herinneringen', in het kader waarvan de Grootse Schrijver Frans Lopulalan met de camera zoemend om hem heen naar Porto op het Molukse eiland Saparua zal vertrekken om daar zes weken te verblijven, hebben een Gulle Gever gevonden die in een speciaal daartoe getimmerde schatkist met een omvang te vergelijken met de ledigheid in het denken van Geert Wilders, meer bepaald te vergelijken met de perverse neiging tot hoereren van Maxim Verhagen … waar was ik gebleven? … om Heel Veel Geld 'van uw en mijn belastingcenten' in voornoemd filmproject te steken … Vreugde alom en het filmteam schaart zich unaniem achter de wens nog wat geld voor cinematografische bijzaken ... (... “Shit, we moeten die k-film nog máken ook … ”) over te houden nadat de rekening van de Kroeg betaald is, want wie anders dan Koning Alcohol dient onder deze feestelijke omstandigheden in allereerste instantie geëerd te worden …

maandag 30 augustus 2010

Malaria

Anopheles messea

“Leg je lot in Gods handen.” Daar had ik naar moeten luisteren … Ik had devoot moeten bidden en niet anderhalf jaar lang iedere maandagavond op sessie bij de psychotherapeute moeten zitten, niet al die nortrilen moeten slikken. God is gratis (winstgevend zelfs als men niet het kwartje, dat moeder ons voor de kerkgang overhandigde, maar het pepermuntje in de collectezak van de hengelende diaken deponeert … van al het snoepgoed dat ik in mijn kinderjaren gedoneerd heb is gans het kerkbestuur aan de insuline geraakt … ) en de psychotherapeute moest voor eigen risico bijbetaald worden. En bleef het daar nou maar bij, maar nee hoor … jaren later krijgt men nog een trap na als men naar Porto op Saparua wenst te gaan en men de gezondheidsverklaring van de GGD naar eer en geweten invult (“Geeft u momenteel borstvoeding?” “Nee”) … “Ja meneer, dat is nou jammer, maar ik moet u helaas vanwege uw vroegere depressiviteitsklachten die duurdere anti-malariapillen voorschrijven.”


zondag 29 augustus 2010

Nijmegen


Een zondagmorgen in een vreemde stad, een stad die ik zou kunnen leren kennen, waar ik zou kunnen wonen, waar ik de kroegen zou kunnen verkennen, ware het niet dat er geen moeder meer is die ik de nieuwe keuken kan laten zien, die ik door het huis, door de straten kan leiden … Ik krijg een weerzin tegen oude huizen, meer bepaald tegen huizen die gebouwd werden in de tijd dat mijn moeder geboren werd, in de tijd dat ze haar kinderen ter wereld bracht … aan huizen waar feest gevierd werd toen zij haar kinderen moest begraven, toen zij om haar man treurde … aan huizen in het algemeen, bedenk ik aan het eind van de wandeling, want er bestaan geen huizen waarin mijn moeder veilig was voor de spoken van de oorlog.

zaterdag 28 augustus 2010

God op het podium


Uitgeverij Edet-Popla presenteert ...

'Aan wie moet God zich nu dan nog openbaren?' Zo ongeveer klinkt de verzuchting van de ik-figuur in één van de Meesterwerken van Jan Wolkers (de man schreef overigens niets anders dan Meesterwerken) bij de dood van de streng gelovige vaderfiguur … Als de laatste kerk en de laatste moskee veranderd zijn in een concertzaal annex expositieruimte annex theaterpodium, dan zal God daar terugkeren om Zijn Stem te lenen aan formidabele solisten. Dan zal Zijn Gezicht te zien zijn op de schilderijen van Grote Beeldende Kunstenaars en dan zal Hij Zijn Bedoelingen in theaterstukken laten doorklinken … Na zes weken Porto op Saparua zal men zich op weg naar Nederland onvermijdelijk afvragen wat men nog in dat land van Hoog Geblondeerde Mensachtigen te zoeken heeft. Men zou eindelijk een keer de verzekering kunnen oplichten of men zou een niemendalletje van het kwalijke kaliber Hella Haasse kunnen schrijven dat in China in een miljoenenoplage verkocht wordt … “Er was eens heel lang geleden een donker jongetje in het Verre Nederlandsch Oost-Indië dat in de smaak viel van een lief, want Hollands jongetje en het was dat ze katholiek waren anders deden ze ook samen dingetjes die Sodom en Gomorra op een eerste atoomaanval kwam te staan, maar o wat waren ze blij en gelukkig met elkaar. Maar toen wilden die ondankbare bruine mensjes daar in Verre Landen dat die aardige Hollandse mensen, die erg veel van hun baboe hielden maar merkwaardig genoeg niet meer weten hoe baboe ook alweer heette, dat die zouden 'oprotten naar hun eigen tering-land' … ja, zo boos waren die bruine mensjes, jongens en meisjes en als ze eenmaal boos zijn, nou reken maar dat ze dan stoute dingen zeggen die alleen jullie papa en mama mogen zeggen als het om de buitenlandse buren gaat, maar ja als de geit van de buren zwanger blijkt en er is geen bok in de buurt, dan krijg je dat soort praat … maar alle bruine aapjes op een stokje, jongelui, dat was natuurlijk erg verdrietig voor dat Hollandse jongetje dat moest opzouten naar dit land waar de sociale voorzieningen betaald werden van geroofd Joods kapitaal en wat Oma Hella jullie uit wil leggen: van ieder moeilijk verhaal kan men maar het beste een lullig sprookje maken, dat houdt de illusie van beschaving nog enigszins in stand ...” En als het boekje dan in alle huiskamers van de Verenigde Staten van Amerika gelezen wordt, dan kan de schrijver het er van nemen in Porto op Saparua met al zijn Geliefden om zich heen. Maar als men over te veel kwaliteit beschikt, als men het schrijven te serieus neemt om zich tot het Oeroeg-niveau te verlagen (of tot geneuzel dat onaangename associaties wekt met een – zo zielig, zo zielig – getraumatiseerde 'schrijver' als Ronald Huilebalk Giphart) dan kan men in Nederland alleen maar de zoektocht naar God vervolgen.

vrijdag 27 augustus 2010

Bangkinang

Monument Vrouwenkamp Bangkinang

“Toe maar, stil maar,” zouden de ouders zeggen. “Hier in Holland had men het zwaar. Men leed honger en afgrijselijke kou en al die Joden die werden weggehaald om gedood te worden.” Dat verklaart het schunnige doorkletsen van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden in aanwezigheid van de NOS-camera's tijdens de herdenkingsplechtigheden op 15 augustus bij het Indisch Oorlogsmonument in Den Haag … En dan krijgt men een vriendin aan de telefoon die er onlangs geweest is, in Bangkinang – Centraal Sumatra, zo'n plek waar de Japanners gedood, gemarteld hebben. Vriendin was in gezelschap van een Nederlandse man, zo één die het fatsoen kent maar in wiens bijzijn Vriendin toch haar tranen niet de vrije loop durfde te laten … Vriendin voelde op die desolate plek de handen van de doden, een ervaring die men niet zomaar delen kan. Niet eens met beschaafde Hollandse mensen … “Hartelijk dank, Majesteit,” denkt men dan. “Blijft u voortaan maar weg bij onze herdenkingen. Wij hebben zo onze eigen Prinsessen en Koninginnen, die waardig overeind bleven. Die ondanks de klappen het Koninklijke aan het nageslacht hebben trachten over te dragen.”

donderdag 26 augustus 2010

Nederlands


Op de Werelderfgoedlijst van UNESCO

“Als je dat niet doet, dan zakt je conditie naar beneden” … Men hoort wel eens wat als men na het journaal de televisie vergeet uit te schakelen … men kan ook de radio aanzetten en soms is daar wel wat aardigs op te beluisteren als het rariteitenkabinet, het meningencircus van Radio 1 de laatste clown-act van de dag achter de rug heeft … “Ja, met Sneue Engerd uit … ik ben het met de stelling eens want ik ben het van eigen mening oneens met de vrije opvatting van die meneer van daarnet … ” … Dan heeft de dienstdoende omroep weer eens een Wereldvreemde-met-praatjes uit de goot gedregd en die beweert bij hoog en bij laag dat hij 'eigenlijk' dichter is en men spitst dan de oren, want men is nu eenmaal verzot op griezelprogramma's en dan hoort men die idioot, die 'eigenlijk' dichter is uit eigen werk voordragen: “Het gerucht deed zich de ronde … ” Dan is men opeens vastbesloten om na zes weken Porto-Saparua weer terug te keren naar dit land, want het Nederlands (van Reve en Roland Holst), dat hoort op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Dat hoort niet op de publieke zenders verkwanseld te worden.

woensdag 25 augustus 2010

Schrijven is een vak


Hoe harder de schrijver kakelt over zijn worstelingen, hoe minder men hem serieus hoeft te nemen. “Ja, dan heb ik zoiets van d'r moet een woord uit want anders loopt die zin niet lekker. Vreemd hè?”
Men zou denken dat dit soort obscene taal uitsluitend in de kroeg gebezigd wordt door de sneue middelmaat die met een slok op een uiterste poging doet om met geleende veren indruk te maken op de gapende kasteleinse, maar men kan deze onzin ook 's nachts horen als men op de radio naar een beschaafd programma als Casa Luna luistert … Nee, meneer, dat is helemaal niet vreemd en als u zich daar over blijft verbazen dan mag u voor straf het telefoonboek van Peking overschrijven. En dan maar hopen dat u daar een zeker gevoel voor metrum en ritme aan overhoudt. De kwebbelende malloot, die het parmantig heeft over 'mijn redacteur' (en het is die redacteur die hem geduldig uitlegt wat nou het verschil is tussen een lidwoord en een paginanummer, een alinea en het isbn-nummer), krijgt namens Casa Luna dan ook nog de vraag voorgelegd of hij 'kunstenaar' is … Maar zo wil meneer zich eigenlijk niet noemen, want kunstenaars die maken schilderijen of ze houwen beelden, maar meneer werkt met woorden en woorden ... We gebruiken toch allemaal diezelfde woorden … ? Nee, beste man, de Kunstenaar heeft dan zoiets van 'Vreemd hè? Dan wil ik het toch steeds weer in mijn eigen woorden zeggen' …

dinsdag 24 augustus 2010

Eerste Draaidag



'Dakloze herinneringen – de film' … het komt nu echt dichterbij. “Een film over de schrijver Frans – onthoudt u die naam – Lopulalan, die de Molukkers in Nederland een stem gaf …” Een film over schrijven, over de zoektocht naar God, die niet in de kerk te vinden was, maar die wel bij monde van Wolfgang Amadeüs Mozart, bij wie Hij Zijn Liefde geparkeerd had, de Hartelijke Groeten liet doen in de vorm van het statige klarinetconcert in A … naar God, die zijn Scheppingsdrang gedelegeerd had aan Willem Elsschot, Gerard Reve, Jan Wolkers en al die andere Literaire Helden die te netjes zijn om Harrie Mulisch midden in zijn smoel uit te lachen … Mulisch, de uitvinder van het nodeloos ingewikkeld gepresenteerde één-en-echt-niet-meer-dimensionale schrijversgezeik … Een film die een eerste draaidag zal beleven in Leerdam waar op de Algemene Begraafplaats de ouders van de schrijver begraven liggen … Nou ja, dat is te zeggen, hun stoffelijke overschotten hebben aldaar een laatste rustplaats gevonden onder zerk id-nr 26005, plaatsnummer 0488, maar hun geesten leven voort in de herinnering van het nageslacht en hun geesten nemen een bijna tastbare gestalte aan als de schrijver hen op de klanken van Mozart, volgens de scheppingstraditie van de Letteren in een ander geschiedenis plaatst dan die ene waar al die wrok, al die gramschap uit ontstaan is. Alle kans dat het wel een aardige film gaat worden.

maandag 23 augustus 2010

Boze Brief


Ze zijn er, weldenkende bevriende Nederlanders die weigeren zich zonder meer neer te leggen bij de knieval die CDA en VVD maken voor het democratisch gekozen geteisem van de PVV. Weldenkende Nederlanders die hart en verstand laten spreken en die de taal van de onderbuik weigeren te verstaan. Die in machteloze woede brieven verzenden naar het CDA en de VVD … “Langs deze weg wil ik mijn verbijstering en verontrusting tot uitdrukking brengen omtrent het voornemen van de VVD- en CDA-onderhandelaren om tot samenwerking te komen met Wilders, een figuur die zich voortdurend bezondigt aan het uitkramen van straatvechterstaal. Van de onderhandelaren van de VVD en het CDA verwachtte ik niet dat zij met een figuur als Wilders in gesprek zouden gaan om tot regeringssamenwerking te komen. Wat heeft men te verwachten van iemand als Wilders, als het gaat om het weldoordacht nemen van regeringsverantwoordelijkheid nemen? Van iemand die zich voortdurend bedient van kretologie, van straatvechterstaal, die bepaaldelijk geen bijdrage levert aan een harmonieuze samenleving? Van harte hoop ik dat de onderhandelaren van de VVD en het CDA op hun schreden terugkeren.” … Maar hoe nobel het streven van boze brievenschrijvers ook is, het politieke niveau is er één dat veel te laag is om de schade, aan de beschaving toegebracht, naar behoren te herstellen. In Nederland heerst geen politieke crisis, er heerst hier een beschavingscrisis.

zondag 22 augustus 2010

Liederen


Zingen, men zou vaker moeten zingen … Ieder beeld, ieder geluid aan een lied verbinden. Ieder lied met een lied beantwoorden … De oproep tot vervolging van Moslims in dit land, dat de eigen welvaart en de daaraan gekoppelde gratuite (schijn van) beschaving te danken heeft aan de slavenhandel en aan het leegroven van de Indonesische Archipel, onverstoorbaar beantwoorden met het aanheffen van liederen waarin de Liefde bezongen wordt (zoals de Turkse theatermaakster Nilgün Yerli Liefdesbrieven stuurde aan Grote Blonde Geert, waarop ze mocht ervaren hoe ze werd weggelachen door vertegenwoordigers van die makkelijke beschaving, waaronder Jeroen Pauw, Paul Witteman en Freek de Jonge) ... Staat men bij het graf van zijn ouders en vraagt men zich af wat er na al die jaren nog te zeggen valt, dan heft men het Iring Dikau aan … “U alleen, U wil ik volgen / Daarheen waar de Vrede wacht.”

zaterdag 21 augustus 2010

Dagtochtje Radboud


Zulke mooie ogen daar moet men zuinig op zijn, maar daar hoort men reisbureau noch GGD over. Die maken er werk van de reiziger naar verre landen te wijzen op het gevaar van exotische ziektes, waar men langzaam, heel langzaam aan dood gaat … of op het gevaar van terroristische aanslagen, die ook lastig te cureren lichamelijke ongemakken kunnen veroorzaken … of tegen ongewenste intimiteiten van Justitiële zijde als men zich in tropische, zwoele oorden seksueel vergaloppeert aan kleine meisjes … dan zijn er ook nog mensen die zeker menen te weten dat er geen anti-malariatabletten ingenomen hoeven te worden want wie met Garuda vliegt, die bereikt het vaderland niet eens, die mag blij zijn als hij bij het neerstorten van het toestel de armen van die mooie stewardess om zich heen mag voelen … Tal van gevaren schijnen er op de loer te liggen. “Waarom ga je eigenlijk naar Maluku? Straks laat je je bekeren tot Moslim en kom je Nederland niet meer binnen … en hoe moet dat dan met je dochter als ze bij de Dames 1 van AFC Ajax een lucratief contract kan ondertekenen?” … Overal wordt de reiziger met bestemming Porto op Saparua gevraagd, maar irritant genoeg meestal ongevraagd tegen gewaarschuwd … Maar wat men niet vertelt is dat er veel grotere gevaren dreigen als men van plan is zomaar een weekje met gans het gezin op vakantie naar de Ardennen te gaan … GGD noch reisbureau hebben er weet van dat alleen al het inpakken van de bagage tot oogletsel kan leiden. Wanneer men fluitend – want het is tenslotte voor de lol dat men op vakantie gaat – de laatste koffer op de imperiaal vast denkt te sjorren en zo'n spin niet voor niets als handwapen blijkt te worden aangemerkt. Men denke dan vooral niet aan zo'n achtpotig beest waar uw schoonmoeder gillend van op uw dure design-dressoir springt, maar aan zo'n veerkrachtig attribuut waaronder diezelfde schoonmoeder de doos met appeltaart en dat ene suikervrije gebakje voor haarzelf op de bagagedrager van haar snorfiets geplet heeft … Dat ding schiet los en vernielt lens, iris en oogbol … Dat wordt dus geen Ardennen, maar een dagtochtje Radboudziekenhuis te Nijmegen … 'Gelukkig hebben we de foto's nog'.

vrijdag 20 augustus 2010

Verloren dag



Remco Campert

De dag had pas om 11.30 uur met de treiterige wekker mogen beginnen, maar Joch B was vergeten te vertellen dat de beheerder langs geweest was, want de bewoners beneden hadden klaarblijkelijk bij de inburgeringscursus voor zeer ver gevorderden geleerd dat het in Nederland eigenlijk als niet zo heel erg hygiënisch geldt om te douchen in het lekwater van hun bovenburen en dat men in voorkomend geval een loodgieter diende te verwittigen … Bij het eerste kraaien van de haan, meer bepaald bij het eerste jammeren van treuzelende kinderen op de galerij die geen zin in school hadden en dus op ouderlijke meppen en op 'schiet nou o-hop … we komen te la-haat' werden getrakteerd, belde de op het schunnige af goed geluimde loodgieter aan de deur … “Ha ha,” riep de man opgetogen uit nadat hij toilet en badkamer terloops bekeken had. “Dat wordt bikken en breken, die vloer moet er uit.” De vloer moest er uit en de afvoerpijpen moesten vervangen, want die waren in de jaren zestig van de vorige eeuw van papier maché en vliegertouw of anders wel van postbode-elastiek vervaardigd … Een dag die zo begint wordt onvermijdelijk verder gevuld met het sturen van e-mails met het onderwerp 'Geld' aan geadresseerden van wie weinig opbeurends te verwachten valt, met het bellen van de zorgverzekeraar die, bij monde van een zich 'Met Agis, u spreekt met Saskia' noemende juffrouw, kon mededelen dat men de kosten voor het toegediend krijgen van vaccinaties in verband met een reis naar Maluku tot een maximum van € 100,00 per jaar vergoed kon krijgen … (“Gevonden geld, daar moet je van naar de kroeg,” zei men vroeger in de Utrechtse horeca. “Anders is het zonde.”) … met het bereiden van een eenvoudige, niet al te voedzame maaltijd, waar huisarts en diëtiste van in tranen zouden uitbarsten, die men achter de laptop kan nuttigen terwijl men kijkt naar een aflevering van 'Silent Witness' op de website van de KRO, want Joch B gaat toch bij zijn moeder eten (Joch B: “Wie was dat trouwens vanmorgen aan de deur? O shit, dat was de loodgieter, dat was ik vergeten, Pap … ” … “Ga jij nou maar lekker naar je moeder.”) … Maar gelukkig was er op de radio ook nog Remco Campert, de 81-jarige dichter met de stem van een frivole dertiger … kwaliteit is nu eenmaal tijdloos en gaat niet zomaar aan leeftijd ten onder … had mijn moeder maar gedichten geschreven.

donderdag 19 augustus 2010

Prikkelbaar

'Totaal te voldoen € 126,40'

Ziekenhuizen, men houdt er niet van … Ziet men Vader daar niet sterven, dan is het wel Moeder die in zo'n oord verblijft omdat haar gal versteend blijkt … Niet dat de GGD hetzelfde is als een ziekenhuis, maar het was bepaald niet met een goed humeur dat men daar heen ging … Er moest gevaccineerd worden want in Porto op Saparua wordt men blijkbaar opgewacht door kwalijke ziektes … Men is in gezelschap van zijn jongste zoon en dus is het pedagogisch niet verantwoord om het mannelijke gedeelte van het jonge stel achter de balie van de receptie meteen te dreigen met een klap op de bek als meneer niet binnen nu en de volgende tien, nou ja vooruit, twaalf seconden tot beleefdheden overgaat … Meneer en mevrouw hebben zich vereend over een beeldscherm gebogen waarop het één en anders wel het andere te zien valt, waar de klant helemaal niets van af weet … Meneer en mevrouw nemen niet de moeite om het 'goedemiddag' van de klant met gelijke munt terug te betalen, want meneer en mevrouw zijn 'belangrijk bezig' … “Ik heb een afspraak,” blaft de klant als hij eindelijk de aandacht van meneer geniet. Hij duwt meneer het papier in handen waarop de relevante gegevens vermeld staan … “Jij geen beleefdheden, dan ik vandaag ook maar even niet en als het je niet bevalt dan zeg je dat toch even, dan krijg je alsnog die klap op je bek, mafkees … ”. Dat dacht men, men zei het niet hardop want men is van het woord, zoonlief daarentegen is meer van de daaraan toe te voegen daad … Even dacht men dat er nog een extra laag chagrijn aangeboord zou worden toen bleek dat zoon zijn ID-bewijs niet bij zich had, maar meneer achter de balie bleek over coulance te beschikken, waarna het wachten in de daartoe bestemde ruimte veraangenaamd kon worden met het oplossen van het raadsel 'Vanwaar die coulance?' … Komt dat omdat men weer eens al te snel een oordeel had geveld over een hard werkende jongeman die toch wel heel geliefd moet zijn in beperkte kring want anders zou hij nooit zo'n Belangrijke Dienstverlende Functie (na overlegging van een Justitiële Verklaring omtrent het Gedrag) mogen vervullen of kwam dat omdat meneer achter de balie wel degelijk dermate geïntimideerd was door de boze blikken van klant in kwestie dat meneer maar liever die klap op de bek niet wilde riskeren … Erg veel tijd was er niet om het mysterie grondig te overdenken, want daar diende zich alweer een nieuwe aanval van chagrijn aan … “Godallejezus, vanmorgen al dat gekut met die kuttreinen en nu … Godallejezus, hoe laat is het? Ik had toch gvd om 17 punt nul vijf uur een afspraak … ”. Dit dacht men, men zei het niet hardop want men wilde liever niet meemaken dat zoonlief op 'bondige wijze' nadere toelichting terzake van meneer achter de balie zou gaan eisen … Zo bezien blijkt het vaderschap een heel goede oefening in geduld betrachten te zijn en wie weet was men alleen maar chagrijnig omdat men niet zo goed tegen prikken kan … '1 injectie Twinrix 1 € 49,00 – 1 injectie DTP Booster € 25,00 – 1 injectie Typherix (Buiktyfus) € 30,00 – 1 vaccinatieboekje € 2,50 – 1 1e consult volwassene € 19,90'.

woensdag 18 augustus 2010

Puputan - de tekenfilm

De dame van het reisbureau komt van Bali en mevrouw had er – voordat er zaken werd gedaan – alle plezier in te verhalen over de Puputan, de Strijd tot het Einde aan het begin van de twintigste eeuw, waarbij Balinese vorsten het met hun getrouwen, bewapend slechts met krissen en bamboesperen, opnamen tegen het Nederlandse koloniale leger dat over karabijnen en nog zwaarder geschut beschikte … “Ha ha, dengan sendirinja – natuurlijk wonnen die Hollanders … komisch, vindt u niet?” Men vond het inderdaad komisch, niet zozeer omdat men zich kon voorstellen wat voor teken/animatiefilms er over het onderwerp gemaakt zouden kunnen worden met veel 'kaboem' en 'poing' en met teksten zoals 'We hadden ze flink te grazen, die inlandse schavuiten', maar men zag vooral de humor doordat men er ooit in alle ernst een heuse theatervoorstelling, 'Puputan – Val van Bali', over had willen maken. Daarbij werd bij het bedenken van de voorstelling vooral de nadruk gelegd op de onverzettelijkheid van de Balinese vorsten. Bedachte personages beeldden uit dat het het verkieselijker is staande te sterven dan kruipend te leven, dat de menselijke waardigheid boven alles ging … De voorstelling lukte slechts ten dele doordat de makers er niet in slaagden alles uit te drukken wat zij te zeggen hadden … Niet alleen de waardigheid van Bali stond op het spel, ook de waardigheid van de verpauperde Hollandse boerenzoon die anno 1906 geen ander ontsnappen uit de doolhof van honger, van armoede zag dan die brede weg naar het koloniale leger. Die uit bekommernis om zijn moeder in Zeeland, Brabant of Drenthe meedeed aan het leegplunderen van 'Ons Indië' … Het was de makers van het theaterstuk er vooral ook om te doen een weg te vinden naar Verzoening, maar dat streven leverde vragen op die vooralsnog moeilijk waren te beantwoorden … Welke partijen dienden met elkaar verzoend te worden? 'De' Hollander met 'de' gekoloniseerde? De genoemden met de eigen geschiedenis? De makers met hun nobele streven? “Ach ja, die vervloekte oorlog,” zou collega Alfred Birney zeggen … en dan is het goed om op een gewone dinsdag in augustus een sympathieke dame tegen te komen die oog blijft houden voor het hilarische.

dinsdag 17 augustus 2010

Op de fiets


Geliefde komt ook naar Porto op Saparua en Geliefde overweegt – ha, ha, ha – de vouwfiets naar het voorouderlijk eiland mee te nemen … “Ja, doe dat … ” “Hoe groot is Saparua eigenlijk?” “Klein … zal ik eens kijken?” … Er werd een screenprint gemaakt van het eiland op Google Maps, bij afwezigheid van een printer werd deze met Ctrl V in Photoshop geopend, waarna met hulplijnen eerst de grootste lengte, toen de grootste breedte van het vaderland opgemeten … Don't try this at home, mag men hierbij opmerken want na het intypen van de zoektermen 'oppervlakte saparua indonesia' (dat laatste moet erbij, als men geen behoefte heeft aan informatie over Verwensalon Saparua, Surhuisterveen) leest men in de hitlijst dat er sprake is van een oppervlakte van 144 vierkante kilometer, klein vergeleken bij de 315 vierkante kilometer waarover de Vlielanders, volgens Wikipedia schijnen te beschikken.

maandag 16 augustus 2010

Kunst en zo

Soep met ballen

“Kunstwerken die ontstaan op een alternatief bewustzijnsniveau dat de kunstenaar bereikt door de kenbare werkelijkheid te bekijken door een magisch-occult venster. Dat wat de kunstenaar dan waarneemt uitdrukken in schilderijen, beeldhouwwerken en/of andere artistieke producten. Dat vormt de basis van de Nieuwe School in de Beeldende Kunst. Genoemde bewustzijnsniveau is niet alleen te bereiken door kunstenaars met een specifieke achtergrond. Iedere kunst ontstaat uitsluitend als de kunstenaar – ongeacht afkomst/etniciteit/nationaliteit – zijn werk verricht vanuit een eigen werkelijkheidsbeleving. Kunstenaars die zich aangetrokken voelen tot de Nieuwe School in de Beeldende Kunst leggen de nadruk op het magisch-occulte aspect van die eigen werkelijkheidsbeleving. De Nieuwe School in de Beeldende Kunst beoogt een beweging te zijn, waarbinnen Kunstenaars elkaar in het werk inspireren en stimuleren vanuit een gedeelde hang naar het spirituele.”
Men moet als Kunstenaarsorganisatie soms wel formuleringen en woorden uit verre hoeken van het eigen taalmagazijn schrapen als het zaak is Voor De Kunst geld binnen te halen uit bronnen die hermetisch zijn afgesloten door ambtelijke aanmatiging van Belangrijke Burgers en die men pas op een kiertje open krijgt als men zonder te verblikken of te verblozen – maar liever niet in het bijzijn van minderjarigen of andere kwetsbare groepen in de samenleving – een indrukwekkend betoog weet op te hangen over 'maatschappelijk relevantie' (“Revelantie is ook goed hoor, dat weet zo'n mafkees toch niet … ”) en over de 'artistieke toegevoegde waarde' van de te subsidiëren werken. “Weet je wat je voor de lol eens doen moet bij die subsidieaanvraag … ? Doe er een foto bij van een Malevich of zo en een foto van een weet ik veel, dat zo'n ambtenaartje denkt dat jij dat gemaakt hebt en dan ga je hier om de hoek naar de Chinees en terwijl jij op onze babi pangang zit te wachten kan de ober in het Chinees onder die foto's zetten 'Kunst behoort tot de Universele Rechten van de Mens … Hier dat geld of ik roer je ballen door de soep' … Dat staat stoer … ”

zondag 15 augustus 2010

Herdenkingsperikelen


Het behaagt Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden slechts één keer in de vijf jaar aanwezig te zijn bij de herdenking van de Japanse capitulatie. Omgerekend heeft de Indo dus recht op 24 seconden stilte per jaar. Een stilte die verstoord wordt door het kabaal van doorrijdende auto's op de wegen rond het Indisch Oorlogsmonument … Mooi om te zien hoe Hare Majesteit zich heus thuis en op Haar Koninklijke Gemak voelt en dientengevolge knus voortbabbelt met Gerdi Verbeet, voorzitter van Haar Eigen Tweede Kamer … “Gaat die man nou ook nog een liedje zingen?” ziet de liplezer Haar vragen als Boudewijn de Groot gesproken heeft en dan zijn gitaar pakt. “Ja Trix, stil nou even. Geef nou even het goede voorbeeld. Balkenende, dat CDA-lijk hier naast mij zit ook de hele tijd te kletsen.”
Heel erg leerzaam was ook de documentaire 'Omdat wij mooi waren' van Frank van Osch en Hilde Janssen. Wie de VPRO Gids gelooft zou denken dat de documentaire gaat over Indonesische vrouwen die tijdens de Japanse bezetting de Japanners seksueel ter wille moesten zijn. Sietse Meijer, die in de gids over de documentaire schrijft, zal zich wel verslapen hebben en zal zodoende afwezig zijn geweest bij de feestelijke voorvertoning. Op geen andere manier is te verklaren dat Meijer noteert 'Mooi is ook om te zien hoe de warme, hartelijke benadering van Hilde Janssen ervoor zorgt dat de vrouwen haar in vertrouwen nemen en intieme dingen vertellen.' Het was niet mooi en dat warme, dat hartelijke kwam niet Njonja Besar Janssen toe, maar haar slachtoffers aan wie ze vasthoudend uitspraken probeerde te ontlokken over details waar de slachtoffers liever niet aan herinnerd wensten te worden. Janssen liet elke open kans op doorvragen onbenut … Er werden uitspraken gedaan zoals “Ik kon niet eens terug naar mijn dorp omdat ik mij schaamde” … “Daar schaam ik mij voor. Ik voel me schuldig” … “Wat ik werkelijk moest doorstaan weet niemand. Ik wil mijn kinderen en kleinkinderen er niet mee belasten” … “Ze is mooi maar wel een afdankertje van de Japanners” … De kijker wil dan weten hoe de vrouwen, de Troostmeisjes, De Seksslavinnen zich in het leven staande hebben weten te houden … Als Akela Hilde al doorvroeg dan wilde deze Typ-Truus Hilde – die er een taak in ziet het voyeurisme in de cinematografie te introduceren – vooral weten of de 'klanten' ook kaartjes konden kopen die drie of vier uur geldig waren … Had Wilde Hilde die vraag maar gesteld aan een slachtoffer dat niet gezegend is met de fijnbesnaardheid van de Indonesische Vrouw, dan had ze zich op een draai om de oren mogen verheugen … “Nee, stomme koe. Ze moesten daarvoor eerst bij de keizer zelf in Tokio een strippenkaart of een dagabonnement bestellen, nou goed?” … Wat het productieteam valt aan te rekenen is het feit dat men Janssen geen Dikke van Dale heeft meegegeven waarin ze onder de 'w' het lemma 'Waardigheid' had kunnen vinden … Want van enig waardigheid was geen sprake bij Hilde – onthoudt die naam – Janssen, die bij voortduring hinderlijk door het beeld kwam huppelen … De Japanners zijn verslagen, nou die waardeloze documentairemakers nog.

zaterdag 14 augustus 2010

Lichtflits


'Kaart spelende Soldaten'- Fernand Léger

Het zal op die voorjaarsdag in 1966 waarschijnlijk niet zijn gegaan over het Kubisme, want de hoofdonderwijzer van de Fijn Christelijke Lagere School die de klas voorging door de zalen van het Kröller-Müller Museum was er zo ééntje die waarschijnlijk als militair in het Chili van Pinochet ijverig zou hebben meegedaan aan de verbranding van boeken over die kunststroming, waartoe onder meer Picasso, Braque en Malevich worden gerekend. “Kubisme? Kubisme? Wat moeten we met die heidense, communistisch-Cubaanse troep?” … 'De Gort van Meier' in plaats van de Mei van Gorter, zoals Jan Wolkers dat beschreef, daar kan men nog een beetje om lachen, maar dat lachen verstomt als de vlam in de pan slaat en de mensenhaat van het rabiate Christen-tuig het fundament onder alle vormen van menselijke beschaving wegslaat, de artistieke in de allereerste plaats … “Schiet nou op, schiet nou op,” sprak die bovenmeester tot dat ene kind dat bleef talmen bij een doek waarop het, dankzij het evangelisch geïnspireerde ongeduld, slechts een aantal tellen kon stilstaan. Er moest natuurlijk bewonderend gekeken worden naar de doeken van Charley Toorop, niet zozeer vanwege de kwaliteiten van het werk, maar omdat het figuratieve werk van Toorop geen aanleiding gaf tot het onnozele “Moet je kijken, dat noemen ze nou kunst … dat ken toch niet, Meester? Wie heb er nou twee neuzen en moet je die drie ogen op die rare kop zien … ” Een flauwe lichtflits, meer was het niet wat dat ene kind op het netvlies gebrand kreeg, maar het was voldoende om het kind door het grauw van die laatste weken onder het strenge schoolregime te geleiden … een vonkje in het duister van de jongelingsjaren met de gekmakende routine van de HBS en de juk van Grootse Toekomstige Verplichtingen door zijn arme ouders opgelegd … een langzaam aanzwellende gloed in de tijd van Sociale Wetenschappen en bekommernis om zijn 'Onderdrukte, maar vooral toch ook wel neokoloniaal uitgebuite' Fijne Landgenoten … feestelijk vuurwerk uiteindelijk, toen het kind was geëvolueerd tot een drankzuchtige verkenner van de maatschappelijke buitengewesten en daar in het café (waar anders?) alweer een nieuwe Geliefde in aangename opzichten tegen het aantrekkelijke lijf liep … “Er bestaat een wereld die veel mooier is dan de kroeg,” sprak de Geliefde en ze nam hem mee naar dat museum, waarvan hij zich alleen nog maar de naam herinnerde, om naar de Stijl–expositie te gaan, maar wat hem betrof om daar “Ja, dat weet ik niet meer wat dat nou precies was … Het was iets, weet je wel … het was het enige in die jaren, een soort anker … nou ja, ik herken het vanzelf wel.” En hij herkende het inderdaad toen hij, voor de Geliefde uit, zo'n twintig jaar later weer door die zalen van Kröller-Müller beende en daar opeens stil bleef staan bij 'Kaart spelende Soldaten' van Fernand Léger.

vrijdag 13 augustus 2010

Memo aan de filmmakers


Ben Manusama - zonder zonnebril

Wat ik in bijzijn van de camera zou willen uitdrukken is onder andere dat ik eraan twijfel of het voor mij nog zinvol is om na mijn allereerste Maluku-reis terug te keren naar Nederland om andere redenen dan het feit dat ik bij mijn kinderen in de buurt wil leven en ooit door hen begraven wens te worden. Vastgelegd mag wat mij betreft ook worden hoe Joch B en ik, eenmaal bijgekomen van de onvermijdelijke eerste existentiële schok, daar in Porto op Saparua – dat weet Joch B zelf nog niet, maar dat leest hij dan wel om mijn weblog – zullen trachten gesprekken te voeren over het draaglijk maken van het bestaan. Ik wil Joch B vooralsnog het liefst terug zien keren naar Nederland, waar zijn moeder, zijn zusje en zijn twee broers nu eenmaal wonen. Het Joch beschikt over genoeg artistieke talenten om overeind te blijven in de oorlog, die het maatschappelijk leven in Nederland voor hem is. Als leidraad voor die gesprekken tussen Pap en zijn Joch in Porto kunnen we een uitspraak gebruiken van Kunstschilder Ben Manusama … “Het zoeken naar schoonheid, naar de zin van het leven, eigenlijk (naar de) liefde, is waar het werk van schilders, denkers of schrijvers over gaat. Dat is de enige noodzaak om aan het werk te gaan.” Bijkomend voordeel is dat Ben Manusama niet alleen topschilder is, maar dat hij ook nog heus raszuiver Moluks Bloed door de Patriottische Aderen heeft stromen, hetgeen hem tegenover Joch B de noodzakelijke geloofwaardigheid verschaft. (Aardig om Joch B in de gesprekken op een zo gemeen mogelijk toontje erop te wijzen dat ook Hollandse Kunstenaars deze uitspraak van Manusama op een Delftsblauw tegeltje op het bureaublad van hun laptop zouden kunnen hebben … en dat de camera dan inzoomt op het smoelwerk van dat Joch, als hij uitbundig begint te grijnzen).

donderdag 12 augustus 2010

Leerdam 2009


Leerdam 1960-'61

“Was dit het nou … ? Hoe vaak ben ik over deze drempel gekomen en van al die duizenden keren, hoe vaak nam ik mij voor – zo jong nog, zo godvergeten jong nog – nooit meer terug te keren … ? Nooit meer deze huizen, deze straten, deze weilanden … en dan die kerk, waar iedereen kwam, behalve God. Nooit meer die lange weg dit godvergeten dorp uit, die weg die aanvankelijk onverbiddelijk eindigde bij de blinde muren van het ouderlijk gezag … en die muren die veranderden in het prikkeldraad van ouderlijk verdriet, in een modderpoel van moederlijke tranen, in een tunnelstelsel waar mijn voetstappen de klanken van mijn vaders marcherende laarzen nabootsten. Op weg naar het Licht, waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde. Hij trouwens ook niet, mijn arme vader. Had hij de weg naar het licht geweten dan had hij wel werk gemaakt van zijn zang- en schrijftalenten.” Maar die overdenking bij een allerlaatste bezoek aan het leeggehaalde ouderlijk huis besloot hij zichzelf te besparen. “Laat de anderen dat maar doen … laat de anderen maar de koffers, de kisten, de dozen en de herinneringen aan al die vormen van vergeefsheid het huis uit dragen. En terwijl zij het werk doen, blijf ik aan het raam staan en dan zie ik vanzelf wel wat voor beelden er in de verte opdoemen.”

woensdag 11 augustus 2010

Gouden Kind


December 1960

Herinneringen vervagen en zweven maar zo'n beetje rond als hij na de dood van zijn moeder dozen met oude foto's uit het woonkamp doorzoekt. “Ja, ja, dat weet ik onderhand wel,” denkt hij als hij die ene foto ziet van zijn ouders, zijn oudste zuster en zijn twee oudere broers.
Zelf was hij nog maar die pronte bolling onder de geruite sarong van zijn moeder. Zijn oudste broer keek bewonderend/bevreesd op naar zijn vader, naar de man in zijn kakikleren, de goed vallende broek, het overhemd met opbollende epauletten en de schoenen zo blinkend gepoetst dat de neuzen op de foto verzilverd leken. Zijn moeder, immer stralend alsof het allemaal niets was – de Jap, de Bersiap, de reis naar Nederland – droeg zijn andere broer op haar arm. Zijn zuster, Papa's Meitie – “Jij gaat naar het station, je haalt je zus, je draagt haar tas.” – leunde geknield met bepleisterd voorhoofd, duim in de pruilmond, tegen het bovenbeen van de krijgsman en weigerde in de camera kijken. Vader zal die dag vergeten zijn de grond onder haar voeten te kussen. Van zijn jongere broer en zijn twee jongere zusjes bezit hij geen jeugdfoto's. Wel van dat ene zusje dat gestorven was. Het opgebaarde lijfje, een gazen tulband om het beschadigde hoofdje en rond het kistje het geslagen gezin. Van de kinderen had alleen zijn oudste broer durven huilen, de anderen besloten geen water naar de tranenzee van hun moeder te dragen. “Kut, kut, kut,” zingt hij uit als hij de foto's op een hoop veegt en hij blijft minuten achtereen roerloos aan tafel zitten om pas na een lange reeks geprevelde scheldwoorden te besluiten de foto's niet te verscheuren. Herinneringen vervagen, maar ze blijven rondzweven en ze kristalliseren uit tot beelden als hij in een provinciestadje uit de trein stapt en zich realiseert dat de tegels van het perron zo oud zijn dat daar ook voetstappen van zijn moeder moeten liggen, van die keer dat ze samen 'wanneer was dat ook alweer'. Eerst ziet hij haar in een blauwe zomerjurk met grijze stippels, maar als ze zich omdraait, haar hand naar hem uitstrekt en hem aankijkt – “Kom je nog, kind? Kom, dan gaan we eerst … ” – dan ziet hij die blik in haar ogen, de extase van die eerste keer dat hij met zijn oudste kind naar het ouderlijk huis kwam. Haar oudere kleinkinderen had ze steeds als een Majesteit audiëntie verleend. “Zo, ben je daar, mijn kleinzoon? Goed dan, wees welkom.” Maar dat ene kind, de eerstgeborene van hem die ze als Anak Mas, als Gouden Kind gekoesterd had, dat werd met danspasjes op het tuinpad tegemoet getreden, dat werd aan de grootmoederlijke borst geklemd. Aan de voeten van diens moeder wenste de oude vrouw wel te knielen. Voor hem wenste zij weer een sarong te dragen. “Anak Mas, ik ben van niemand meer de Anak Mas. Ik hoef voor niemand meer op zoek te gaan en ik wist niet eens waarnaar ik zoeken moest.”

Majesteit

De schrijver wist nog helemaal niet dat hij schrijver was, hoewel hij zich al aardig had verzoend met bepaalde collaterale aspecten van het schrijverschap, in die zin dat hij toentertijd al een opmerkelijk voorliefde voor geneeskrachtige dranken (5 % en werd het echt een dolle boel dan 35 % alcohol) had ontwikkeld. Het Mooie Meisje, met wie hij onderweg was naar Ierland, was er ook zo één waar iedere schrijver van droomt, op wie iedere schrijver wel in hormonaal opzicht indruk wenst maken (met welk oogmerk zou men anders elke dag het gevecht tegen 'writersblock' en bierkaai weer aangaan … ?) Ze woonde weliswaar niet 'in een villawijk', zoals Boudewijn de Groot dat zingt en haar ouders waren niet 'stinkend rijk', 'toch was er niets meer dat haar bond, ze gaf zich aan' wat ze achteraf als een Vage Hond zou kunnen, zelfs mogen typeren.
De schrijver had ad hoc vriendschapsbanden aangeknoopt met bemanningsleden van de veerboot die, van Holyhead vertrokken, voor de kust van Ierland wachtte op toestemming in Dun Laoghaire aan te mogen meren. Men was niet alleen zeer onder de indruk van de blikjes Guiness die de schrijver uitdeelde, en die men – na grondig om zich heen geloerd te hebben – gretig aan de strot zette, men was vooral ontroerd dat de schrijver (die toen nog geen schrijver was, maar allicht dat hij dat de bemanningsleden wel wijsgemaakt heeft) 'all the way from Africa' was gekomen 'to visit our country' … “Upper deck,” fluisterden ze de schrijver (die toen nog niet … nou ja … ) en diens Droommeisje toe, toen het vaartuig aan het afmeren begon. En één van hen verspreidde onder de rest van de passagiers in Lounge B (waar traditioneel de meeste asbakken en biervazen gestolen werden) het gerucht dat men via het 'lower deck' de veerboot verlaten moest. Terwijl de meute zich vloekend en strompelend, huilende kinderen voortsjorrend, narrige pubers schoppend en scheldend op de bagage naar beneden waagde, kregen schrijver en Werkelijk Heel Mooi Meisje alle tijd en alle ruimte om zich naar het bovendek te begeven, waar ze zich als eersten bij de uitgang konden opstellen. Maar hoeveel ruimte men ook kreeg, men slaagde er toch nog in een dame, die daar plotseling stond, zonder dat meteen in de gaten te hebben, bij het afdoen van de rugzak diezelfde rugzak bijkans in het gezicht te slingeren. “Oef, kijk uit,” sprak het Meisje Van Zijn Dromen en Zij bloosde toen Zij met een schuine blik naar de dame wees … Zij bloosde net zoals die allereerste keer dat ze elkaar in het café (waar anders?) waren tegengekomen en Zij hem, na een paar van zijn Stoere Verhalen, bekende dat Zij 'dolgraag' nader kennis met hem wilde maken. En door dat blozen vergat hij zijn goede manieren, maar dat liet de dame niet op zich zitten. “Young man, there are such words as 'I am sorry',” sprak de dame met een stem die aan Margaret Thatcher deed denken. “Well yes, you're right lady. I'm sorry.” De dame, met het Beatrix-kapsel en in een mantelpakje omdat de karikatuur dat nu eenmaal eist, knikte hem met half geloken ogen beminnelijk toe, zoals het de Juf van Klas 1 – Lagere School 1960/1961 – betaamt die haar allerdomste leerling onverwachts een compliment verschuldigd blijkt te zijn. De schrijver dacht aan 'Margaret Thatcher' toen hij over de Oudegracht in het provinciestadje U langs een groepje niet al te goed verzorgd ogende medemensen liep, waaruit zich een meisje losmaakte dat hem aansprak. “Meneer, mag ik u iets vragen,” sprak de jonge vrouw en zijns ondanks werd de schrijver niet terstond bevangen door de gedachte “Godallejezus, heb ik dat weer … heeft mijn onverbeterlijk goede moeder je gestuurd, trut?” “Maar natuurlijk,” sprak hij, waarop de jonge vrouw een uiteenzetting gaf over geld, een sleep-in en de kou die ze des nachts graag zou willen ontlopen. Mevrouw zag zich geconfronteerd met een dilemma, want zou ze het deerniswekkend weinige geld waarover ze beschikte aan voedsel uitgeven dan zou zij voor de nachtrust op portieken zijn aangewezen. Koos ze voor een warm bed, dan betekende dat een weinig aantrekkelijke voortzetting van het onvrijwillige daklozen-dieet. Hij hoorde niet precies wat de jongedame zei, want hij werd bevangen door de toon waarop zij sprak, door haar dictie. De vodden aan haar lichaam konden niet verhullen dat de schrijver te maken had met een dame van klasse. Voorbestemd over geheel de wereld concertpodia te veroveren, geroepen krijgsheren tot vrede te inspireren, musea vol te hangen met Artistieke Pracht … “Jongeman, ik wijs je erop dat je mij te hulp zou kunnen schieten.” Had de jonge vrouw, getooid in het mantelpakje van de dame op de veerboot, die woorden gebezigd dan had hij even vanzelfsprekend broodjes voor haar gehaald in de dichtstbijzijnde snackbar … Hij dacht niet alleen aan 'Margaret Thatcher', hij dacht ook aan zijn moeder, die in weerloze naaktheid tot aan het einde het Majesteitelijke wist te bewaren.

dinsdag 10 augustus 2010

Door één deur

Zomaar een deur

Zijn er eigenlijk Molukkers met wie men wel door één deur kan … Dat moet dan wel een heel brede deur zijn, want Molukkers willen in de pauze altijd in zeer grote groepen tegelijkertijd naar buiten, om in de gezonde Hollandse buitenlucht aan de nicotineverslaving toe te geven nadat men op een bijeenkomst, waar men net zo goed had kunnen wegblijven, de Obscene Plechtige Praatjes van Boven Hen Gestelden voor straf heeft aangehoord … Dan bestaat de Molukse woonwijk 25, dertig of 35 jaar en pakweg drie jaar na het lustrum kunnen de gezellig bedoelde festiviteiten eindelijk plaatsvinden. Drie jaar van heftige strijd, van wapengeweld en opspattend bloed want het samenstellen van een 36-koppig feestcomité heeft nogal wat voeten in de aarde. Ieder dorp op Maluku met inwoners in de woonwijk dient in het comité vertegenwoordigd te zijn, maar om die eenvoudige formule voor de lol te compliceren worden er ook regels gesteld aan het aantal leden per plaatselijke kerkgemeenschap … en dan kan de Ware Voorpret beginnen, want dat aantal kerkgemeenschappen kan per woonwijk oplopen tot achtendertig op een bevolking van 380 zielen. Als God gestorven is, dan is dat van verveling. Van tien keer op een zondag die chagrijnige Molukkers over de vloer krijgen … en als ze hem nou nog kwamen vragen Gans de Mensheid te behoeden voor oorlog, honger, ziekte … Neen, het gaat altijd over de kinderen die niet willen deugen, die met een Heidense Hollander thuis durven te komen. Over de schandalig lage WW-uitkering en de absurd hoge heroïne-prijzen. Over de tegenvallende winsten aan de goktafel en over de computer die maar heel langzaam downloadt … “Maar hoe ze het doen, zo doen ze het, buurvrouw … ” En als dan de rabbi, de imam, de dominee en de wijkagent na die drie jaar tot een gemeenschappelijk laatste, verzoenend woord zijn gekomen dan kan het Feest beginnen … Ter verhoging van de feestvreugde heeft men de schrijver gevraagd de bijeengedrevenen op een Stichtelijke Literair Verantwoorde Uiteenzetting te trakteren … Bij binnenkomst ziet de schrijver het al … “Godallejezus,” denkt hij, als hij door een delegatie Belangrijke Mensen in van de kinderbijslag betaalde dure pakken is voorgesteld aan de burgemeester en vervolgens aan de plaatselijke Sneue Man, te weten de voorzitter van de Molukse wijkraad … “Arme klootzak,” denkt hij. “Je kruipt je eigen een hernia voor meneer de burgemeester. Zullen ze blij mee zijn bij fysiotherapie.” De Sneue man doet het openingswoord in Hoogdravende Termen, waarvan de schrijver het bestaan niet eens durfde te vermoeden, waarin hij zich vooral 'namens alle Molukkers, te land, ter zee en voor het leven op de vlucht' op het perverse af dankbaar toont dat de burgemeester vanavond nou eens een keer niet naar zijn buitenechtelijke bijslaap op het CDA-afdelingskantoor gaat maar zich tussen 'ons' durft te mengen. En dan die burgemeester – dat schrijft men met een 'b', maar niet van 'beschaafd' of 'bescheiden' – die het aandurft op welhaast narrige toon te decreteren dat het maar eens afgelopen moeten zijn met al die conflicten tussen Molukkers en Hollanders in ons fijne christelijke dorp, dat 'wij' het daar hedenavond niet meer over zullen hebben … “GVD, vuile k,” denkt de schrijver, maar dan niet in afkortingen. Terstond ziet hij de gestalte van zijn vader voor zich opdoemen. “Wat zei ik je nou? Jij kunt dit niet, jij hebt het geduld niet. Jij beschikt niet over verdraagzaamheid. Jij had mij naar huis, naar Porto-Saparua moeten brengen.” En de schrijver doet een concessie als hij op uitnodiging van de Sneue Man van zijn stoel op de voorste rij, die van de Prominenten, opstaat. Geen concessie aan zijn vader, die al lang 'Tot Zijne Volkeren' vergaard was, maar aan zijn toen al Behoorlijk Oude Moeder, die daar ook had kunnen staan. Bescheiden achterin de zaal, in sarong en kabaja achter de tafels met spekkoek, lemper en al dat andere dat zij met haar reumatische handen nog bereiden kon. En hij ziet voor zich hoe zijn moeder met flegmatieke gebaren de avond van tevoren die traditionele kledingstukken over de stoel naast haar bed drapeert. Hoe ze voor haar Schepper op de knieën gaat, hoe haar lippen prevelen als ze tegenover de Almachtige zijn naam, de naam van haar Gouden Kind, noemt … Eerst werpt hij, eenmaal achter het spreekgestoelte, die burgemeester twee, drie lange seconden een blik toe die hij als een strak gespannen worgkoord rond de zweterige nek met ambtsketen aantrekt. Dan ziet hij ze daar achterin staan, die oude vrouwen met hun nog immer rechte ruggen. In de ogen die onuitwisbare kinderlijke droefenis, die van alle lasten die zij in de diaspora te dragen kregen nog het allerzwaarste weegt. Hij knikt ze toe, die oude vrouwen en schatplichtig aan hun waardigheid doet hij die concessie, die eruit bestaat dat hij de burgemeester niet bij diens geslachtsdelen noemt. Op vriendelijke toon “Met alle respect, meneer de burgemeester … ” zet hij in zorgvuldig gekozen woorden uiteen hoezeer het hem ontroert dat de burgemeester, benoemd door niemand minder dan Hare Majesteit de Koningin van Nederland en de Overzeese Waddeneilanden, zich zo'n barmhartig mens durft te tonen … de Mensheid mocht willen dat er nog veel meer van zulke Edelachtbaren rond huppelden, die hun met ambtsketenen behangen dikke nekken voor de wereldvrede en voor alle mensen op gans de aarde durven uitsteken. En niet dat de schrijver het één en anders wel het andere zou willen oprakelen, maar hij wil toch – “Staat u mij toe, Edelachtbare.” – even opmerken – en het is maar een kleinigheid hoor, meneer de burgemeester – dat de verzoening beter smaakt als die in respectvol overleg met alle betrokken partijen tot stand wordt gebracht … en van één van die partijen mag nu in de gauwigheid nog worden opgemerkt dat zij er nooit voor gekozen heeft, willens en wetens, beschikkend over het volle verstand, biddend tot God die van alle mensen op de wereld houdt, om de andere partij met nauw verholen minachting te bejegenen. Althans niet toen die ene partij nog bestond uit onschuldige kinderen die met hun ouders op de troepentransportschepen naar Nederland kwamen, uit kinderen die hier in de vroege jaren vijftig geboren werden en die zich wel eens stiekempjes op het bestaan in Nederland hebben verheugd, want in Nederland is tenslotte de bescheidenheid en de beschaving uitgevonden … En terwijl het zijn woorden waren die de burgemeester de oren streelden, waren het zijn blikken die diezelfde man de strot toeknepen … En die blikken werden niet alleen door die geteisterde Hoogwaardigheidsbekleder waargenomen, maar ook door mannen in de zaal aan wie nooit eens iets gevraagd wordt. Mannen die op eigen kracht een bestaan proberen op te bouwen, niet parasiterend op van Overheidswege gesubsidieerde welwillendheid. Mannen die er ook bij hadden willen zijn, eerst in Wassenaar, later in Wijster/De Punt … En het waren die mannen die zich met een pilsje voor de schrijver in de pauze een weg naar hem baanden, toen zij zagen dat hij zich niet zo makkelijk kon losweken van dat andere genre Geliefde Landgenoten uit Verre Molukse Landen, het deerniswekkende soort Prominenten dat zich het leven cadeau laat doen door de Hollandse overheid. Met die mannen kan men door één deur, die ene deur naar Porto op Saparua.

maandag 9 augustus 2010

Artistieke Vrijheid


'Annie Brouwer'

Als schrijver neemt men het vak uiterst serieus, daarmede ook de artistieke vrijheid binnen andere kunstvormen. Om dit met een negatief voorbeeld inzichtelijk te maken, Theo van Gogh (God hebbe zijn ziel of zijn er wellicht nog anderen daarin geïnteresseerd … ) was geen Kunstenaar, maar meer een Kunstjes- annex Praatjesmaker, wiens Vrijheid om Moslims moedwillig te beledigen niet onbetaald verdedigd hoefde te worden. Dat had vriendje van Theo, Theodor Holman, wel even mogen bedenken, dan had de Milieupolitie niet van 'Mijn Zuur Verdiende Belastingcenten' hoeven op te treden tegen de stankoverlast van alle snot die Holman in zijn erefunctie van zelfbenoemde weduwnaar om zich heen sproeide … Mohammed B (of was het A … ) is ook geen Kunstenaar, geen eens een Kunstjesmaker, want zo'n Kunst is het niet om een Weerloze Deugniet (God hebbe zijn ziel en niemand anders … ) op een herfstige morgen, als er amper iemand in de buurt is, van zijn fiets te schieten. Diens Vrijheid om Van Gogh te doden hoeft ook niet verdedigd te worden. Wat wel het verdedigen waard is, is de Vrijheid van filmmaker Hanro Smitsman om een rolprent als 'De Punt' te maken … in de film krijgt de enige vrouwelijke Treinkaper de naam 'Noor' toebedeeld en het wil in filmverband geschieden dat Noor uit Liefde voor één harer Collega-Kapers tot actie is overgegaan … Wat hiermee wordt gesuggereerd is mij onbekend en ik hoef er ook, vanwege goed ontwikkelde smaakpapillen niet zo heel erg nodig mee bekend te geraken … Een film maken, gebaseerd op diezelfde dramatische gebeurtenissen in 1977, met in de hoofdrol Monique van de Ven (die heel erg goed is in Monique van de Ven-personages) die we voor de gelegenheid een prettige, Hollandse naam geven zoals pakweg 'Mevrouw Pakweg' … In het echt – maar zoals de Grote Gerard Reve al zei, 'Echt gebeurd is geen excuus' – heet die mevrouw natuurlijk Annie Brouwer, de latere burgemeester van Utrecht … Mevrouw Pakweg is helemaal niet zwanger, maar dat weten die sukkelige Treinkapers natuurlijk helemaal niet. Dat weet alleen de kijker, want die ziet hoe Monique van de Ven met haar scherpe nagels de zitting van de treinstoel openhaalt (Daar hoorde je Dries van Agt achteraf dan weer helemaal niet over … ) … op de set blijkt dan dat er in die zitting helemaal geen piepschuim zat, maar originele springveren met een blauw oog voor Onze Monique tot gevolg, maar dat kwam het dramatische effect dan weer ten goede … als er dan voor veel geld een replica van de stoelzitting, inclusief piepschuim, vervaardigd is dan ziet de kijker hoe die doortrapte Mevrouw Pakweg al dat piepschuim onder haar kleren stopt en de argeloze Treinkapers wijs maakt dat ze zwanger is … De Treinkapers strijken over het hart en laten Mevrouw Pakweg vrij … (Erefigurant is Geert Wilders, die voor de gelegenheid zijn kogelwerend jurkje heeft uit gelaten … Dom, dom, dom, want bij de bestormingsscène worden Mariniers betrokken die helemaal niet op de PVV stemmen … ). Wat hiermee gesuggereerd wordt? Ik heb geen idee.

zondag 8 augustus 2010

Voor de camera


Dit is toch de camera?

Als schrijver neemt men het vak serieus. Men stelt het schrijven niet in dienst van zoiets als 'het verwezenlijken van het RMS-ideaal'. Daar zijn andere mensen voor aangesteld, hoewel men zich in gemoede mag afvragen wat die andere mensen zoal doen om dat ideaal daadwerkelijk dichterbij te brengen, anders dan in Hoge Kringen verkeren en daar liederlijke, politiek bedoelde taal uit te slaan waarvan het positieve effect op de maatschappelijke kansen van Zuid-Molukse scholieren nog wetenschappelijk/theologisch moet worden aangetoond. Men is schrijver en men neemt zijn vak serieus, maar men debuteert in een tijd dat er van Overheidswege alles aan gedaan wordt om Zuid-Molukkers vooral maar uit de trein, meer bepaald uit de buurt van de noodrem te houden. Dus kon het een kwart eeuw geleden gebeuren dat een schrijver, die zich niet wenst te onttrekken aan zijn Zuid-Molukse afkomst, allerlei merkwaardig lieden uit Verre Molukse Landen over de vloer krijgt die met heel veel subsidie 'regisseurtje', 'cameramannetje', 'geluidsmeisje' en 'interviewertje' mogen spelen. Het boek, Onder de sneeuw een Indisch graf, waar de schrijver mee debuteerde, dat had niemand van het 'filmclubje' gelezen want het regisseurtje had bedacht dat hij zijn interviewertje zogezegd onbevangen het gesprek in moest sturen … Het is altijd weer een emotioneel moment, dat uur waarop men – Gode zij gedankt – mag constateren dat er Landgenoten zijn die zich ontpoppen tot Heuse Filosofisch Denkende Wijsgeren … “M'n huis uit of ik trap je d'r uit.” Dat is wat de schrijver had moeten zeggen, maar hij vindt het zonde van al dat geld dat uit de Koninklijke Schatkist naar duistere 'iets-met-Molukse-film-wat-dan-ook-kantoortjes' wordt gesluisd en waarvan het geluidsmeisje mag leren – aan de hand van een in het Japans opgestelde gebruiksaanwijzing – hoe nou toch die microfoon aan dat hoe-heet-zoiets-apparaat te koppelen zonder dat er kortsluiting ontstaat en zonder dat de brandweer er aan te pas moet komen en zonder dat de Vreemdelingenpolitie dientengevolge het clubje Malle Lieden van Verre Molukse Landen alsnog op de boot terug naar huis zet. Van het gesprek herinnert de schrijver zich een kwart eeuw later alleen nog maar de insinuerende toon … “Maar dat is toch niet Moluks … ” was een uitdrukking waar het interviewertje heel erg aan gehecht bleek. “Nou, dan zal ik wel geen echte Molukker zijn, hè … ” sprak toen de schrijver. Een constatering die het overbetaalde jongetje niet durfde te beamen, bang als hij hoogstwaarschijnlijk was om door de schrijver op al te Molukse wijze ontmand te worden. Wrok en woede, het zijn kwalijke sentimenten waar de schrijver hoog nodig eens van genezen moet raken … wie weet vindt hij de juiste medicijnen in Porto op Saparua.

zaterdag 7 augustus 2010

Over talenten en chauvinisme

Ook een erg leuke baan ...

“Maar waarom ben je nou nog nooit teruggeweest?” Die vraag werd niet eens gesteld aan een keukentafel waar buren wel eens koffie met elkaar drinken. Nee, die buren – die zogezegd op aimabele wijze 'on speaking terms' waren – kwamen elkaar op een zomermorgen tegen in het trappenhuis van het flatgebouw. “Ga jij nog op vakantie, buurman?” “Jawel, maar ik weet nog niet waarheen.” “O, dan ga je toch lekker naar de Molukken? Als je maar weer terugkomt, want je bent zo'n beetje de meest normale mafkees in het trappenhuis. Ben je trouwens al eens teruggeweest?” De buurvrouw was oprecht verbaasd toen hij ontkennend antwoordde. “Ik durf niet zo goed terug,” zei hij. “Straks valt het allemaal tegen en dan heb ik geen plek meer op de wereld waar ik naar verlangen kan. Of het moeten de Aran Islands voor de westkust van Ierland zijn.” Zou de buurvrouw, die al lang zijn buurvrouw niet meer is, hem nu de vraag stellen waarom hij pas nu, op 56-jarige leeftijd, voor het eerst naar Maluku, meer bepaald naar Porto op Saparua gaat, dan zou hij op een geheel ander antwoord komen … “Ik ga nu pas, omdat mijn moeder er niet meer is en ik niet meer voor haar het Gouden Kind hoef te zijn dat Troost brengt voor alles wat er verkeerd ging in haar leven. Ik ga nu pas, want nu pas kan ik onder ogen zien dat ik heel lang niet bij mijn landgenoten wilde horen. En ook nu wil ik niet horen bij Molukkers met een minderwaardigheidscomplex die zich op het gênante af chauvinistisch op de borst slaan omdat landgenoot Giovanni van Bronckhorst als voetballer successen heeft gevierd. Dat zijn van die idioten die het tot een Nationale Molukse Verdienste rekenen als een landgenoot in zo'n weerzinwekkend talentenjachtprogramma de 18e voorronde heeft gehaald omdat het arme schaap net iets minder vals zingt dan de andere zesduizend kandidaten. En geen moeder, vader, broer of tante die dan zegt “Meisje, jouw talenten komen het best tot hun recht achter de kassa van Albert Heijn … wees vooral trots op je mooie ogen, maar hou op met wat jij denkt dat zingen is of neem een andere nationaliteit aan, verander je naam en ga in Oost-Geörgie wonen, want je zet gans de Molukse gemeenschap voor aap.” Ik houd vooral ook niet van landgenoten die nog nooit van fictie hebben gehoord en die denken dat de Frans Lopulalan-figuur in 'Onder de sneeuw een Indisch graf' volledig samenvalt met de Frans Lopulalan met wie ze ooit op school gezeten hebben. Ik houd niet van Molukkers die vinden dat het 'onder een Moluks graf' had moeten zijn, want dat zijn mensen die nog nooit van metrum en ritme hebben gehoord en die zou je eigenlijk per Koninklijk Besluit moeten verbieden om ooit nog eens iets anders te lezen dan hun eigen ontslagbrieven of aanmaningen wegens wanbetaling of desnoods de Kinderbijbel als ze nog een beetje in de buurt van Onze Heiland willen blijven.” Zo zou zijn antwoord luiden als hij die buurvrouw op straat zou tegenkomen. Want nu zijn Zeer, Zeer Oud Geworden Moeder er niet meer is kan hij zich vrijmoedig over zijn Dierbare Landgenoten uitlaten, zonder dat De Oude Dame er op wordt aangekeken. Na al die jaren gaat hij voor het eerst naar het Vaderland, want hij wil nou wel eens weten bij wie hij wel zou willen horen.

vrijdag 6 augustus 2010

Inbraak

Om te stelen

Paniek als er blijkt te zijn ingebroken in het voormalige huis van Geliefde, waar zoon N met zijn vader woont … “Een nieuwe playstation en zijn laptop weg … ” “GVD … ” zegt de schrijver, maar dan voluit. “Maar ik zit in de auto … ,” zegt Geliefde. “En ik heb daarnet al politie gezien, dus ik houd op met bellen. Ik bel je straks weer.” Een nieuwe playstation, een nieuwe laptop voor zoon N en voor Geliefde het geld voor de reis naar Maluku die ze geboekt heeft, dat is wat de schrijver zou willen betalen. Maar dan zou hij zelf ook op het dievenpad moeten en daar heeft hij de komende weken geen tijd voor. Misschien dat er iets te regelen valt met de collega's van kunstenaarsorganisatie BTC, dat zijn tenslotte allemaal volbloed - Molukkers in het raszuivere genre. Die kennen vast wel zo'n Molukse Hangjongere die nodig wat aan zijn CV moet doen en als er dan een vacature vrijkomt bij het Nationaal Koninklijke Commando 'Scalpeer die Blonde nep-Indo-Barbaar met zijn anti-Moslim-praatjes' dan staat het wel fraai om onder de rubriek 'Bijzondere Vaardigheden/Kwaliteiten' op dat CV te kunnen melden 'In staat onder de meest gecompliceerde omstandigheden en overigens in het nachtelijk duister bij nieuwe maan levensgevaarlijke operaties uit te voeren waar Justitie niet aan wenst mee te werken.' En dan vraagt de sollicitatiecommissie, onder voorzitterschap van zo'n achterbakse CDA-er die geen principes wel rancune kent omdat hij niet gevraagd is voor een ministerspost, natuurlijk “En wat heeft u met het geld en met de goederen gedaan?” “Weggegeven natuurlijk, het was een onbetaalde stage.” “Spreekt hier ook een zeker idealisme uit? Een zeker begaan zijn met het lot van de misdeelde medemens?” “Idealisme? O, ik wist niet dat u die term kende, u is toch van het CDA … maar uiteraard, dat houden mijn ooms mij altijd voor en of ze wel helemaal goed snik zijn, daar laat ik mij liever niet over uit, maar ze zeggen altijd … Een Echte Molukker staat op om in te grijpen als de Hollandse Natie in opperste nood verkeert … ” En de volgende dag in de Telegraaf “Geert Wilders gebarbecued op feestje Amsterdamse Hells Angels – bewakers omgekocht met laptops en playstations. CDA weet natuurlijk van niets.”

donderdag 5 augustus 2010

Gepaste kleding


Opeens moest ik denken aan mijn vroegere huisgenoten Brian en Grady, twee bijna karikaturaal grote Amerikaanse negers die na Vietnam en stationering op Soesterberg geen zin hadden om terug te gaan naar Alabama. Brian niet omdat zijn neefje Vinnie in 'Nam' gesneuveld was en hij zijn tante – 'Poor Lady'- niet onder ogen durfde te komen. Grady niet omdat hij hield van fietsen langs de Vecht en omdat hij in de Utrechtse Zadelstraat een bejaarde man had leren kennen die een winkeltje had in gitaarbenodigdheden en die hij bluesakkoorden leerde. Het beeld van die twee monumentale zwarte knapen doemde voor mij op toen ik 's morgens in de lift stond en halverwege de weg naar beneden gezelschap kreeg van twee ruziënde mannen, die ik totdantoe alleen maar gehuld gezien had in versleten bomberjacks en afzakkende trainingsbroeken … “Goedemorgen … Klootzak … ” “Goedemorgen mannen … ” Dat 'klootzak' richtte de ene man tot de andere. Die met de eretitel stond daar gekleed in een slecht zittend pak dat ooit zwart geweest moet zijn, maar om de oorspronkelijke kleur te duiden moest men door een grijze waas heen kijken. Om de boord van een geel overhemd droeg hij een opvallend nieuw glimmend groene stropdas met roze stippen en zijn voeten waren gestoken in afgetrapte sportschoenen. “Je gaat het verdomme niet verkloten, hoor je me?” “Oké, oké, man. Rustig nou.” “Je praat netjes en je gaat dat allemaal niet vertellen van al die shit die je hebt uitgevroten als die gasten er niet naar vragen.” “Oké, oké, man. Rustig maar.” “Nou heb je een kans en je gaat het niet verkloten.” … Het was 1973 en Brian, wiens tante iedere week wel een keer collect probeerde te bellen – “No I'm sorry, I won't accept the call.” – besloot toch maar naar Alabama te gaan om het verdriet en de mogelijke verwijten van de 'Poor Lady' tot zich te nemen. “But you have to dress properly, man.” sprak Grady hem ernstig toe. En zo kon het gebeuren dat we Brian naar Soesterberg brachten waar hij in het Amerikaanse militaire toestel zou stappen, deprimerend slecht gekleed in een vooroorlogs kostuum dat de boomlange man van de gitaarwinkel nog in de kast had hangen.

woensdag 4 augustus 2010

Regelen


Langzamerhand worden de contouren zichtbaar … AV (een zeer toepasselijke afkorting, want mevrouw bestiert een Audiovisueel eenmansbedrijf – en zoiets heet geen eenvrouwsbedrijf, want 'eenmansbedrijf' is Nederlands/een staande uitdrukking en dat laatste niet) voert het aantal berichten dat zij in verband met de reis naar Maluku naar de schrijver en diens 18-jarige Jongste Zoon stuurt opeens drastisch op … het verhaal van de spijkers en de koppen … De schrijver houdt helemaal niet van zaken regelen, hij loopt liever dan dat hij de voorband plakt van zijn Trek-hybride (inderdaad van hetzelfde merk als waarop Lance Armstrong al dan niet gedrogeerd triomfen vierde), want geregeld moet dan worden dat de bandenplakspullen compleet zijn en dat de fietspomp vanachter de koelkast geëvacueerd wordt, waar het apparaat langs 's Heren Ondoorgrondelijke Wegen terecht gekomen is na een vorige operatie aan diezelfde voorband … en zo'n koelkast kan men niet zomaar verplaatsen, dat levert onrust op in het koelsysteem … en voor de schrijver het weet zit hij met zijn gedachten bij oktober als hij gedurende zes weken van huis zal zijn en voornoemde koelkast onbeheerd achter zal moeten laten en als hij maar niet vergeet de deur op een kiertje open te laten omdat er anders een lucht ontstaat die hem bij thuiskomst terstond aan het CDA zal doen denken en dan zal in november het huis dagen achtereen gelucht moeten worden en wat dat kost aan energie en waarom heeft men nog altijd niet geregeld dat de maandelijkse energierekening automatisch wordt overgeschreven … Dat komt omdat er dan een briefje naar de bank geschreven moeten worden en men weet niet … AV vraagt vriendelijk hoe dat nou zit met het verblijf op Ambon, waar, hoe lang en waarom en waar zijn we in Godsnaam aan begonnen … met een cameraploeg naar Porto op Saparua gaan en de familie daar in welke zin dan ook verrassen met al dat 'fancy stuff' aan opnameapparatuur omdat er een film gemaakt gaat worden over 'de schrijver die de Molukkers in Nederland een stem gegeven heeft' … erg vleiend allemaal, maar de schrijver reserveert zijn stem dezer dagen toch liever voor het bemoedigend toespreken van het nageslacht … van Joch B, van wie hij verwacht dat die het hem zeer kwalijk zal nemen dat hij hem in Nederland verwekt heeft en niet in het land waar hij thuishoort … Van Meisje B, dat dit jaar naar HAVO 4 gaat en hem bij minstens 3 thuiswedstrijden zal moeten missen, als zij vanuit het centrum van de verdediging met de bal aan de voet opstoomt om de bal naar een medespeelster, rechts bij de zijlijn te tikken met de bedoeling de bal voorbij de tegenstander terug te krijgen en als dat laatste niet lukt, wie is er dan om Meisje B met een enkele brul te verbieden de tegenstandster onreglementair tegen de grond te duwen en om haar medespeelster in straat-poëtische termen een voor de sport al te nadelige omgang met leuke jongens te verwijten … Zijn stem geven aan de Molukkers in Nederland, het is goed om daar voor de camera op het strand van Saparua nog eens wijze woorden over te spreken … woorden die bij nogal wat Molukkers in het altijd wel beschikbare verkeerde keelgat zullen schieten. Daar kan de schrijver zich nu al op verheugen … Maar uiteraard, gewaardeerde filmmakers, zijn er ook Molukkers die heus wel deugen. De Helden en Heldinnen van de Beeldende Kunst en de Theater-triomfen bijvoorbeeld, die de Taal van Wijster/De Punt 1977 verstaan, die met Hun Werk antwoord geven op vragen die 'de' Hollanders vergeten zijn te stellen.

dinsdag 3 augustus 2010

Moe van de drank

Niet-Moluks horloge

De man in de trein was moe en dat kwam niet alleen doordat de intercity van 22.53 vanuit Amsterdam naar Nijmegen 'tot onze spijt' een vertraging had van 'circa' tien minuten. Hij raakte gesteld op de Nederlandse Spoorwegen, want hij wist uit ervaring dat met 'circa tien minuten' meestal in werkelijkheid acht, soms zelfs maar zeven minuten werd bedoeld. Dat was wel even anders dan dat 'uurtje later' waar zijn Molukse collega's, met wie hij bezig is een Erg Belangrijk en Imposant Project van de grond te tillen, het over hebben als er weer eens Heel Snel Belangrijke Zaken te zijnent besproken moeten worden. De man was zo'n beetje de enige Staatloze Molukker in het Koninkrijk die heeft leren klok kijken. Andere Molukkers hechtten aan het horloge met elastieken aandrijfmechanisme dat dagelijks met kruidnagelolie gesmeerd dient te worden, want anders is men geen Echte Molucker en men heeft het als Molucker al zo moeilijk nu rolmodel, topvoetballer Giovanni van Bronckhorst op 35-jarige leeftijd gepensioneerd is (“Gepensioneerd?” “Ja, van voetballen en van al te zeer bewierookt worden krijgt men nu eenmaal een ouwe-wijven-smoelwerk.”) en men het dus als Zielige Natie even zonder Echte Moluckse Helden moet doen. Anderzijds was hij wel een beetje chagrijnig geworden door het inzicht dat die zeven minuten vertraging net iets te kort was om met zijn versleten rechterenkel-hang-en-sluit-werk het hele eind heen en weer te lopen om een kop koffie te halen bij de AH-to-go, waar de koffie € 0,60 goedkoper was dan bij 'Kiosk'. Behalve vanwege het financiële voordeel was koffie halen bij AH-to-go ook nog aantrekkelijker omdat men bij AH-to-go de koffie geheel zelf uit de automaat mocht halen en men dus verschoond bleef van gedwongen contact met het sociaal onvaardige geteisem dat zich namens 'Kiosk' achter de koopwaar had opgesteld. Nooit zeggen 'Goedenavond, meneer. Wat kan ik voor u doen?', leert men tijdens het rollenspel bij de sollicitatieprocedure die de afdeling Personeel & Organisatie bij 'Kiosk' bedacht heeft. “De klant zo kwaad mogelijk aankijken want die duikt me daar zomaar op terwijl jij net zo lekker je ballen aan het tellen was en als je dan zo nodig wisselgeld moet teruggeven omdat je anders een knal op je bek krijgt, smijt dat dan zonder 'alstublieft' en beslist ook zonder 'dankuwel' op de balie en kijk over de schouder van die klootzak met diezelfde boze blik – “Ja, zo ja … dat doe je goed.” – alvast de volgende klant achter hem aan.” Moe was hij ook van de wijn die hij bij Neef J gedronken had, want hij had in de Volkskrant gelezen dat alcohol soms helpt tegen gewrichtsaandoeningen en hij kwam na drie glazen tot de slotsom dat hij wel wat langer over dat 'soms' had mogen nadenken … “Dan kun je die fles net zo goed leegdrinken,” had Neef J geopperd en wie was hij om Neef J tegen te spreken … Gelukkig was hij niet in zijn eentje naar Neef J en diens C gereisd, maar verkeerde hij in het goede gezelschap van filmmaker JAJ en die schreef het allemaal op wat Neef J en diens C hen vertellen konden over de reis naar en het verblijf in Porto op Saparua.

maandag 2 augustus 2010

Terugtrekken.

Daniël Ortega

Arie Elshout is redacteur/columnist bij de Volkskrant. Een denker die met de nodige distantie zeer leesbare stukken publiceert en die in zijn column van 2 augustus uiteenzet hoe Nederland zich terugtrekt, zich als een oester sluit … men heeft wel het benul dat terugtrekken van alle buitenlandse troepen uit Afghanistan bizarre gevolgen zal hebben voor Afghaanse vrouwen, maar wat kan men er aan doen … “(De terugtrekkende) Beweging is breed, van links tot rechts, van PVV tot PvdA,” noteert Elshout en daardoor komen de wenkbrauwen toch in beweging. Het zijn maar woorden en men mag gerust zeggen dat de PVV 'rechts' te noemen is, maar de PvdA is al heel lang niet als 'links' aan te duiden … De terugtrekkende beweging van de PvdA van links naar het midden, naar stiekem rechts, naar de eigen koopwoning (waar grootvader in zijn Drentse plaggenhut niet van durfde te dromen), naar witte scholen voor hun verwende kinderen die op hun verjaardagsfeestje één Mohammedje en één Fatimaatje mogen/moeten uitnodigen, want hun vader is conciërge/schoonmaker/neo-slaaf op voornoemde witte school, die verloochening van het ooit heilig verklaarde beginsel van Solidariteit tekende zich in Utrecht zo'n dertig jaar geleden al af in wat zich 'Collectief Café Averechts' verkoos te noemen … Achter de toog stonden Dappere Linkse Lieden die amper weet hadden van wat het vak kastelein met zich meebrengt. Moest men voor drie glazen bier des avonds om 21.00 uur nog fl 3,75 betalen, vijf minuten later – het was al 21.05 en het Linkse Nooit Echt Werkende Volk begon wat moe te worden – was er alle kans dat men voor dezelfde bestelling fl 3,25 of fl 4,31 mocht afrekenen. Wie daar aanmerkingen over maakte werd weggehoond als 'kapitalistische kleinburger', die geen notie had van wat 'collectief' eigenlijk inhield. Collectief werden er – met gevaar voor eigen leven – 'linkse liederen' gezongen waarin solidariteit werd uitgedragen met de Nicaraguaanse Sandinisten van President Daniël Ortega. Men zong daar hard, zeer hard (en, eerlijk is eerlijk, nog zuiver ook). Zo hard dat de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan, die de Contra's, de gewapende tegenstanders van Ortega steunde, wel geïmponeerd moet zijn geraakt. Maar hoe vroom begaan de Linkse Dapperen ook waren met de verre Sandinisten, van enig compassie met de meer naaste medemens was nooit sprake als het café gesloten was, als de Dappere Linksen zich voor de min of meer verdiende nachtrust hadden teruggetrokken in hun huizen, in de omgeving van hun 'Socialistische Collectieve Café'. Want dan brak het uur aan waarop de plaatselijke hoertjes bezit namen van de straat en het waren niet zozeer de Meisjes van Plezier waar de Dapperen hinder van ondervonden, maar de clientèle die met ronkende motoren in auto's door de straten reed om de koopwaar te monsteren en Links Utrecht belde dan ook vanwege geluidshinder de politie op, die zich daarop genoodzaakt zag het tippelverbod te handhaven. (NB Iedere vergelijking in termen van 'NSB' en 'razzia's' wordt slechts ter kennisneming aangenomen). De terugtrekkende beweging, het oestergedrag, waar Elshout op duidt, werd al ingezet toen 'Collectief Café Averechts' daar kwam, midden in een volksbuurt. Tussen mensen die niet welkom waren in dat café en die zich rechtens afvroegen waaróm men daar niet gewenst was. Wel welkom was de zich noemende 'Ome Jan', die ene breindode proletarische dorpsgek waar het Linkse Volk mee koketteerde. 'Ome Jan' was een karikatuur van zichzelf en hij was er oprecht van overtuigd dat ze iedere dag met scheeps- en vliegtuigladingen tegelijk het Vaderland binnen kwamen, de Surinamers die het op 'Onze Dochters', 'Onze Kinderbijslag' en 'Onze Goedkope Woningen' voorzien hadden. Not to mention 'Onze Sociale Voorzieningen', waaraan 'Ome Jan' in consumptieve zin dagelijks zijn patriottische bijdrage leverde. De abjecte, maar vooral malle opvattingen van 'Ome Jan' bleven onweersproken, want, zo betoogde het Dappere Linkse Tuig, “Die man mag zijn eigen mening hebben.” Dat laat zich billijken, want om die Vrijheid van meningsuiting hebben al die vaders van Links Nederland nog zo dapper gevochten, zo in die donkere jaren rond de Tweede Wereldoorlog – meer bepaald vanaf de 6e mei, voor alle zekerheid vanaf de 1ste juni 1945 … Wie zich afvraagt hoe het toch komt dat Blonde Geert nu opeens tot de regeermacht wordt toegelaten, die had in de jaren tachtig van de vorige eeuw wat vaker de 'Linkse' kroeg in moeten gaan.