Pagina's

woensdag 7 juli 2010

Buurman


Moluks Lijflied - Voorzanger: Giovanni van Bronckhorst

Toen ik hier kwam wonen en met schildergerei en ander gereedschap de flat op orde bracht, kwam de benedenbuurman mij van harte welkom heten met de woorden die nog regelmatig hier aan tafel geciteerd worden … “Hoe lang nog boren?” Zoals het er nu naar uit ziet zal meneer vanaf aanstaande zondag, als Nederland met 4-3 van Spanje gewonnen heeft, enige dagen, zo niet enige weken druk zijn met her en der aanbellen om feestende medebewoners te trakteren op een hartelijk “Hoe lang nog vuvuzela? Hoe lang nog Olé, Olé Olé Olé. Wiejaardutjempjuns?” Verleden week stond meneer weer eens voor de deur – “Nee maar, goedemiddag buurman,” zei ik, net zoals de vorige keer – en het was hem er deze keer om te doen mij erop te wijzen dat hij last had van lekkage door het plafond van het toilet, afkomstig uit mijn woning. “Wat ellendig nou, buurman. En u denkt natuurlijk niet 'dat is handig, nou kan ik plassen en douchen tegelijk en dat laatste ook nog profijtelijkerwijs op kosten van de buurman' … Weet u wat, ik zal morgen onmiddellijk de huismeester bellen want onrecht, daar moet men hier in Nederland altijd tegen optreden. Dat weet u vast nog wel nog wel van de inburgeringscursus.” “Ik ook zal bellen,” zei de man. Daarop gaf ik hem de tip (dat leren ze de arme mensen niet op inburgeringscursus) dat hij aan de telefoon vooral de nadruk moest leggen op het 'probleem'. “Dus niet zeggen 'Die klootzak van een bovenbuurman seyckt me op de kop en daar moet jij wat aan doen', want dan gaat de huismeester liever met de collega's de kroeg in of hij gaat tussendoor lekker gynaecoloogje spelen met je eigen buurvrouw, die gebeld heeft in verband met een geheel ander soort lekkage waar de jeugd van tegenwoordig aan ten onder dreigt te gaan. Dus altijd zeggen 'Goedemorgen, meneer. Hoe is het met u? U heeft het natuurlijk druk in uw hoge functie … met de kinderen en moeders de vrouw ook alles goed?' Daarna het gelul van de huismeester gewoon aanhoren, die komt vanzelf op het idee om een keer te vragen 'Maar wat kan ik voor je doen?' En dan zeg jij 'Ik heb een 'probleempje', meneer. Een 'probleempje' … dan sta ik zo te plassen, weet je wel. Te plassen, te plassen en een beetje te zingen – Olé, Olé Olé Olé. Hup Holland Hup … En dan voel ik opeens drup, drup, drup, weet je wel … drup, drup, drup … en dat is wel een beetje een 'probleem', meneer.' Zo moet je dat een beetje brengen, buurman. Want, weet je, meneer de flatbeheerder is Molukker en ik ken die Molukkers. Leg ze een probleem voor en de Geest van het onvolprezen KNIL wordt over hen vaardig. Verzin er desnoods een dementerende grootmoeder bij en een stuk of wat huilende kinderen, dan zul je zien: meneer de Molukker komt terstond dat bed van die overspelige voornoemde buurvrouw uit gesprongen. Sentimentele idioten zijn het, buurman."

Geen opmerkingen: