Een aardige vrouw uit een provinciestadje, die hunkerde naar mannen die haar 'leuk, lief & lekker' vonden … 'Ik was gek op die Molukkers bij ons in G,' sprak zij als om hem ervan te verzekeren dat zijn 'etnisch – eh, hoe noem je dat – allochtone' afkomst haar in geen enkel opzicht zou deren in de omgang met haar die ooit de Geliefde was van de schrijver … Hoe dol zij ook was op 'die' Molukkers, tot een huwelijk kwam het pas toen zij een Hollandse jeugdliefde in het café in meerdere opzichten tegen het lijf liep … Er werd getrouwd, er kwamen kinderen van en omwille van die kinderen verhuisde het gezin uit de grote stad naar een dorp waar men die kinderen niet hoefde te zien opgroeien tussen de 'Sjonnies & Anita's' in de straat … Maar wat een schrik toen het nieuws kwam dat er wel eens een asielzoekerscentrum vlakbij het paradijselijke dorp zou kunnen komen … “Hoe moet het nou met mijn kindjes,” vroeg de aardige vrouw zich af toen de schrijver op bezoek was. De schrijver en zijn Geliefde hadden elk een eigen leven gekozen waarin geen plek meer was voor elkaar en de schrijver had bij de boedelscheiding ervan afgezien de vriendschap met het echtpaar te blijven delen. Wel wilde de schrijver met de man zo nu en dan eens verhalen van 'Heimwee, Troost & Verlangen' uitwisselen, omdat die man, anders dan de moeder van zijn kinderen wel wat meer te zeggen had dan 'Wat ik vandaag nou toch heb meegemaakt … of was het gisteren, ik moest naar mijn moeder want die moest met haar buurvrouw en die buurvrouw – ja die ken je niet – die heeft een schoondochter … man, dat wil je niet weten.' Het geschiedde dat de schrijver op een avond in conclaaf met voornoemde vader van de kinderen van die heus wel aardige vrouw – ze stemt uiteraard zoals het hoort SP of als ze in een gekke bui is Groen Links en 'Nee, nee, ben je mal, zeg' uiteraard geen partij die Eigen Volk boven beschaving stelt – op een halve lettergreep na God's bedoelingen met geheel de Mensheid had weten te doorgronden, toen de vrouw in kwestie 'gezellig aanschoof voor een bakkie' … “Maar je weet toch niet wat die vluchtelingen met je kinderen willen?'' verkoos de vrouw te zeggen, want zoals het een echte moeder betaamt hoort de eerste zorg naar het nageslacht uit te gaan. “Dat is het eerste wat jij je afvraagt?” besloot de schrijver maar eens te vragen toen de stilte wat al te pijnlijk werd. Toen de vrouw hem het antwoord schuldig bleef, haalde de schrijver zijn beproefde truc met de GSM-die-op-trillen–niet- op-bellen-staat uit de kast … “Ja, hallo? Hoe is het?” sprak hij in het toestel dat van geheel niets wist. “Oké, ik zit hier nog koffie te drinken bij vrienden, maar ik kom er aan.” Hij liet zich door de heer des huizes naar de deur begeleiden en bij het afscheid werden de obligate woorden 'we bellen nog' gepreveld, maar tussen hen in, tussen hem en de vriend die hem dierbaar was, stond daar die eindeloze stroom verjaagden, stonden er kinderen die dachten dat ze het kwaad ontvlucht waren.
zaterdag 31 juli 2010
vrijdag 30 juli 2010
Vorm en Inhoud
'Kunst is de balans vinden tussen vorm en inhoud' … dat is wat men kan opmerken in antwoord op de domme opmerking die biograaf Nop Maas zich permitteerde over het werk van Gerard Reve … “In zijn sadomasochistische voorliefde voor het tuchtigen van jongelui kan ik mij bijvoorbeeld helemaal niet vinden.” ( zie de Volkskrant van donderdag 29 juli … en men stelle zich Nop Maas voor met de handen zedig voor het kruis gevouwen, een champagnekurk in de 'Geheime Opening' … ). Laat Meneer Maas een biografie van Salvador Dali schrijven, dan is er geen ontkomen aan … “Alleen jammer dat Dali die dure horloges liet smelten.” Het zijn altijd de middelmatige pennenlikkers, de snobs die in literair opzicht een leesteken niet van een witregel of een paginanummer kunnen onderscheiden, die het van een letterlijke interpretatie moeten hebben. Bonter dan Maas maakte Surinaams politicus André Haakmat het in 1975 toen die Gerard Reve beschuldigde van 'vuil racisme' vanwege Reve's gedicht 'Voor eigen Erf' uit 1974 … 'Onze kassiers op de wegen beroofd / Aan ouden van dagen op klaarlichte dag / Hun tasje met spaargeld ontrukt / Onze roomblanke dochters onteerd. / Waarheen, mijn Vaderland? / O Nederland, ontwaak! / Gooi al dat zwarte tuig er uit: / Ons land voor ons! / Op, naar de Blanke macht!' … Haakmat heeft waarschijnlijk geen puberteit gekend … het is 1969 en men had de keuze tussen de dood of de hormonen het werk laten doen en al het vrouwvolk bespringen dat in het rond danst … maar voor dat laatste moest men eerst van de hardnekkige acne bevrijd worden en van dat pluizige haar op bovenlip en kaken waar men het scheermes nog niet in durfde te zetten … men heeft zich teruggetrokken op het zolderkamertje van het ouderlijk huis en men begint gapend aan dat ene boek dat de leraar Nederlands als verplichte literatuur had meegegeven. 'De Avonden' van de Grootmeester opende de deuren naar een feestelijk verlichte wereld buiten de schaduw van het dagelijks leven … De Geest van Grootse Gerard zal ook boven Saparua zweven, want wie een zoon van Maluku heeft gered, die heeft geholpen het Vaandel van de Republiek te verdedigen (en die had – over André Haakmat gesproken – Desi Bouterse wel even een lesje geleerd).
donderdag 29 juli 2010
Moe ...
Ik heb al geen zin meer om naar Maluku te gaan, vooral niet als Neef B, Neef R, Nicht M en Nicht C mij ook niet aan het adres en het telefoonnummer van Nicht J in Porto kunnen helpen … gewoon niet gaan, dat begrijpen de filmmakers AV en JAJ heus wel en Joch B die peper ik wel in dat er op Saparua geen internetverbinding gemaakt kan worden en kan hij wel zes weken zonder al zijn Hyves-vrienden? En zijn zusje huilend achterlaten, kan dat wel? En zo koud is het hier in oktober en november met die klimaatverandering nou ook weer niet en hoe moet ik op Saparua mijn 57ste verjaardag vieren zonder mijn drie andere kinderen? 'Moe' is ook maar woord … zes weken zonder het rituele verontwaardigde geblaat over Grote Blonde Geert en dat achterbakse CDA-tuig, dat is toch warempel wel een aardig vooruitzicht. Ik hoor in november dan wel hoeveel punten Ajax inmiddels alweer verspeeld heeft en hoe erg iedereen mij gemist heeft op de 60ste verjaardag van Oudste Zus H … en mijn ouders? Ja, mijn ouders in hun graf in dat godvergeten Leerdam. Daar liggen ze dood, in Porto op Saparua waarschijnlijk niet.
Lutjegast
Het spijt de Nederlandse Spoorwegen oprecht de veel betalende clientèle op station Nijmegen Centraal te moeten mededelen dat zij omvangrijke werkzaamheden verrichten aan station Arnhem Centraal. “Reizigers in de richting Utrecht Centraal reizen het snelst via 's Hertogenbosch.” “GVD”, maar dan voluit is men geneigd te denken. “Straks wordt er nog omgereden via Vaals, de Hondsbossezeewering, Radio Kootwijk of pakweg Lutjegast … Maar in Lutjegast komt men niet zomaar, daarvoor moet het 1944 zijn, men moet 8 jaar oud zijn en men heet Okko Warmenhoven. En wie is dat dan wel? Okko Warmenhoven was tot aan zijn plotse dood op 47-jarige leeftijd in 1983 universitair docent Wijsgerige Andragologie – 'hoe zei je dat?' – aan de Rijksuniversiteit van Utrecht … 'Waartoe verleent men hulp? Met welk recht, met welke intentie? Vanuit welk mensbeeld?' … Men verleent hulp aan die 'Arme, Arme Molukkers' omdat men … tja, waarom eigenlijk? Kunnen die mensen zich niet gewoon hier aanpassen? “Dat ze net zo goed Hollands gaan praten als 'mij' en alles, weet je wel … ” Met z'n allen seizoenkaarthouders van Ajax worden? Of dat ze net zo lang alleen maar met Onze Hoogblonde Leuke Meiden en Knapen je-weet-wel doen dat ze over honderd jaar eindelijk ook eens een zonnebank kopen in plaats van heroïne … Okko Warmenhoven was een Held van het Individuele Geweten. Een man die het poëtische zocht, waar anderen al meningen en standpunten paraat hadden. Een Denker die willens en wetens het actie voerende deel van zijn studenten de collegezaal uitjoeg door uit het niets te verklaren dat hij helemaal niets had met WAO-ers … om het verontwaardigde geroezemoes te overstemmen pakte Warmenhoven uit zijn ouderwetse schooltas een exemplaar van Nescio's verhalenbundel om Titaantjes voor te lezen … “Men kan als WAO-er door het leven gaan, maar het is interessanter om aan het levensverhaal van die zogeheten WAO-er aandacht te besteden.” Verhalen vol heimwee en verlangen, die scheppen een sfeer waarin de hulpvraag van de klaarblijkelijk in nooddruft verkerende medemens beter tot haar recht komt. Daarom las Warmenhoven De Uitvreter voor of citeerde hij Jan Emmens 'Als ik ergens stilsta, dan is dat mijn standpunt.' Of hij vertelde zijn eigen verhalen. Het verhaal van een Rotterdams jongetje dat vier jaar oud was toen de stad gebombardeerd werd. Dat bij gebrek aan voedsel in die oorlogsjaren op 8-jarige leeftijd geëvacueerd werd naar Lutjegast, waar hij bijkwam van de honger. Maar waar hij ook in nachtmerries de beelden terug zag van de buurman, de oude Joodse huisarts, die door de Duitsers de overvalwagen in gesleurd werd. Dat beeld, van de oude man, van diens bril die door Duitse laarzen vertrapt werd, dat zei hem meer dan alle plechtigheden op de 4e mei.
woensdag 28 juli 2010
Terrasbezoek
dinsdag 27 juli 2010
Telefoon ...
maandag 26 juli 2010
Bergopwaarts
Tourmalet - 2010
Dit jaar, waarin hij de milde bries van droefenis en ontroering steeds weer weet op te blazen tot orkanen van woede … “Moeder, overal ben ik geweest, maar nergens wist ik mij te wreken op het leven dat u als bedorven voedsel kreeg voorgeschoteld.” …
zondag 25 juli 2010
Feest
zaterdag 24 juli 2010
Naar Amsterdam
vrijdag 23 juli 2010
De Duitsers en Het Meisje
donderdag 22 juli 2010
Verwaand
woensdag 21 juli 2010
Aapjes kijken
dinsdag 20 juli 2010
Hangen
maandag 19 juli 2010
Een eigen wijk
Een eigen kerk, dat hoeft helemaal niet volgens het rapport van de Commissie Wilders, want als die Molukkers die volksvijandige Moslims toch namens ons het land uit trappen, dan mogen ze daarna die moskeeën wel gebruiken.
zondag 18 juli 2010
Hoezo 'dom'?
zaterdag 17 juli 2010
Moluks Brood
vrijdag 16 juli 2010
Van Nijmegen naar Porto-Saparua
“Wil je dat echt?” “Mijn hele leven al.” “En ik dan?” “Ja, weet ik veel. Het duurt nog acht jaar. We gaan toch straks een stadswandeling maken? Wie weet vinden we ergens bij een stoplicht of op het zebrapad bij het Keizer Karelplein een verdwaalde pot met geld.” Die pot geld had iemand anders natuurlijk al gevonden. Waarschijnlijk – hopelijk – een mooi jong meisje. De grootvader van dat mooie meisje was dakdekker, haar overgrootvader overigens ook, maar haar vader kreeg al hoogtevrees als Opa hem opdroeg de ladder te pakken. Er zat niets anders op dan de jongen naar de universiteit te sturen waar hij zich in eerste instantie ontwikkelde tot wereldverbeteraar, want dat moest toen als je in de smaak wilde vallen bij de leuke meisjes van de linkse faculteit. Hij sprak van 'solidariteit met alle arbeiders', hoewel hij zich op zijn eigen verjaardag een beetje schaamde voor zijn ouders, in hun aandoenlijk slecht zittende zondagse kleren, die geen moeite deden het provinciale accent af te leren en als die arme ouders zijn jaargenoten met 'meneer' en 'mevrouw' aanspraken. Solidair als die vader van het mooie Nijmeegse meisje in zijn jonge jaren was, liet hij zich ook in met 'onderdrukte' en als het even tegenzat ook nog eens 'neo-koloniaal uitgebuite' Molukkers. Daar kwam nog bij dat iemand hem had wijsgemaakt dat je gratis met de trein kon als je vrienden Moluks waren. “Ik wil zo graag net zo klein zijn als jullie,” sprak die wereld verbeterende vader tot een Molukker die hij in de kroeg tegenkwam, waarop hij niet eens tegen een klap op de bek aan liep maar wel de opmerking kreeg toegevoegd “Nou, dan ga je toch lekker op je knieën zitten, mafkees.” Met zo'n vader – die zich inmiddels likkend, duwend, trekkend tot iets 'Heel Belangrijks' heeft opgewerkt – kan zo'n mooi jong meisje uit Nijmegen of Huissen of Velp of misschien wel uit zo'n inteeltgat als Leerdam wel een pot geld gebruiken. Zeker als men bedenkt dat zo iemand ongetwijfeld een moeder heeft die op oproepbasis leerkracht is van de basisschool, die naar eigen zeggen 'eigenlijk' schrijfster is, 'eigenlijk' operazangeres, 'eigenlijk' kunstschilder en die vanwege dat 'eigenlijk' de dag iedere morgen met een fikse borrel begint, want wennen aan de wereld dat valt niet altijd mee. Met dat geld kan het mooie meisje van 13 ½ jaar uit handen blijven van Jeugdzorg en Gezinsvoogd, van wie ze niet mag klagen over die paar klappen per week die ze wel eens van vader krijgt … “Incest? Ja, dat kunnen we allemaal wel roepen.” “Nou, roep dat dan.” … “En dus,” sprak ik tot mijn Lief. “En dus hoef jij alleen maar zo'n mooi meisje tegen te komen en dat meisje stuur je dan op wereldreis en je werpt je op als haar beschermvrouwe. Dat heet in het moderne Nederlands van de iets minder begaafden een 'win-win-gebeuren' … ”
woensdag 14 juli 2010
Vragen
dinsdag 13 juli 2010
Het Vaandel, altijd het Vaandel
Molukkers, ik zou ze allemaal in het hart willen sluiten, vandaar dat ik de reis terug naar het Vaderland ga ondernemen. Ik ben benieuwd of het cinematografisch verantwoord is, het Grote Hoofdschuddend Zwijgen van de Wijzen daar in Porto-Saparua als ik de vraag durf te stellen “Mogen wij dit allemaal de Blanken aanrekenen, ook in gevallen waar wij het zelf zijn die het Vaandel vertrappen?”
maandag 12 juli 2010
Na de finale
zondag 11 juli 2010
Finale ...
zaterdag 10 juli 2010
Robin van Persie
vrijdag 9 juli 2010
Hup Holland Hup
donderdag 8 juli 2010
Nederland, O Nederland
woensdag 7 juli 2010
Buurman
Moluks Lijflied - Voorzanger: Giovanni van Bronckhorst
dinsdag 6 juli 2010
Hollands Glorie
“Hun verkwanselen d'r eigen taal.”
maandag 5 juli 2010
Monoloog
Foto Derek Leatemia (my own place with on the wall artpiece by Eddy Manuhutu: "Arumbai”)
Die moeders van het onvolprezen KNIL, waar droomden ze van toen ze op de troepentransportschepen naar dit Prachtland kwamen, met al zijn beschavingselementen zoals, eh … nou, u weet wel, of u weet het niet, ook goed hoor, het is uw feestje … Of waren het uitsluitend nachtmerries waaruit ze iedere ochtend ontwaakten, als ze al de slaap konden vatten.
Over die vragen moet maar eens een theaterstuk worden geschreven, meer bepaald een monoloog en die monoloog ga ik maar eens schrijven, samen met niemand minder dan Nel Lekatompessy. En wat een tref: er was eens een Molukker en die kwam in het wild zomaar twee landgenoten tegen en aangezien ze geen van drieën bij het KNMI werkten en ze het voetbal maar liever aan Ajax overlieten, restte hen geen ander gespreksonderwerp dan De Schone Kunsten. Derek Leatemia en Dustin Lalihatu spannen zich in om met hun Kunstenaarsorganisatie BTHECITY Molukse Topkunstenaars naar gerenommeerde musea te begeleiden. 'Niet dat godvergeten gelummel op de vierkante millimeter die je als Kunstenaar gegund wordt in tochtige ruimtes waar het sentimentele gesnotter van de neo-kolonialen tussen de vitrines met ambachtelijk gesnelde, antropologisch verantwoord opgemeten koppen uit de geluidsboxen opklinkt. En dat alleen maar omdat je als Kunstenaar geen Europeaan bent en daar ook niet voor gehouden wenst te worden.' “Het Vaandel dient verdedigd te worden,” spreken we ferm … en dus moet een eerste openingsexpositie gepaard gaan met zang, dans en theater. En zo kom ik die 88 dagen, die 12 weken en vier dagen wel door.
zondag 4 juli 2010
Meisjes van Vijftien
vrijdag 2 juli 2010
Over voetbal gesproken
donderdag 1 juli 2010
Een eerste keer
En ik dacht aan de feestmaaltijden met Kerstfeest, met haar verjaardag, de verjaardag van mijn vader. Hoe ze daar tegen de tranen vocht omdat ze wist dat na het feest er onvermijdelijk dagen zouden komen van kale rijstmaaltijden met een scheutje ketjap en een klontje boter.
“Niet huilen,” sprak de toen Nog Helemaal Niet Oude Vrouw tot haar kroost. “Ik huil wel voor ons allemaal.”